42 16 VERSLAG OPENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS. 3e. Onderwijs. de heer J. Rottier, voordien werkzaam aan de R.H.B.S. te Leeuwarden. Daar deze echter pas 1 October zijn functie alhier kon aanvaarden, moest gedurende de maand Sep tember tijdelijk in de vacature worden voorzien, waarvoor de heer A. F. Baarslag, onderwijzer hier ter stede, bereid werd bevonden. Tot leerares in de aardrijkskunde voor 8 uren gedurende den cursus 19221923 werd benoemd Mej. J. Weiman, leerares aan het Lyceum voor meisjes te Am sterdam. Ondertussehen waren Mej. N. J. G. Glerum en de heeren F. C. Dominions, T. J. C. Gerritsen, J. Hofker, G. A. Mossel en J. L. van Riemsdijk, die oorspronkelijk slechts voor den cursus 19211922 waren benoemd, in den loop der maanden Mei en Juni tot vaste leerkrachten bij het Openb. Middelb. Onderwijs hier ter stede aangesteld, terwijl Mej. A. C. Wals voor goed tot leerares in de Lich. Oef. voor meisjes werd aangewezen en de aanstelling van den heer Dr. A. W. Groenman in dien zin gewijzigd werd, dat hem gedurende den cursus 19221923 het onderwijs in de natuurkunde kon worden opgedragen. Ofschoon maatregelen genomen waren, opdat bij ’t begin van den nieuwen leercursus een amanuensis zou zijn werk zaam gesteld, bleef deze post wegens afkeuring van den aanbevolene tot nog toe onvervuld. Echter bestaat de hoop, dat er bij den aanvang van het nieuwe jaar in de vacature zal zijn voorzien; in ’t bijzonder zal dit ook den concierge, den heer W. F. Beintema, wiens tijdelijke aanstelling in een vaste werd veranderd, zeer welkom zijn, daar verlichting van zijn tegenwoordige taak noodzakelijk is. Wegens ongesteldheid, huiselijke omstandigheden of ver plichte vergaderingen werden 465 lesuren niet gegeven. Daarvan werden door den Directeur en de andere leeraren 326 lessen gegeven, terwijl gedurende 139 uren de leer lingen vrij hadden. Door een tentoonstelling van datgene, wat door leerlingen zelfstandig vervaardigd en verza meld was, van de resultaten van eenige vakken van onder wijs, die voor een dergelijke demonstratie in ’t bijzonder geschikt waren, als aardrijkskunde en kennis der natuur, benevens van eenige nieuwere leermiddelen, werd er naar gestreefd de samenwerking tusschen school en huis te be vorderen. Het levendig aandeel, dat eenige leeraren aan het beginnend vereenigingsleven der leerlingen nemen, be vordert dit streven zeer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1922 | | pagina 995