61
2
2
7
VERSLAG OPENB. EN BUZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS. 43
nomen'. Van deze laatsten deden 12 leerlingen examen. Zij
slaagden allen n.l.:
1 voor boekhouden,
Engelseh,
stenografie,
maehineschrijven.
Op het einde van den cursus verlieten 11 leerlingen de
school met diploma, waarvan 2 het volledig diploma
kregen.
Op 31 December 1923 bedroeg het aantal leerlingen 64,
waarvan in klasse I 19, klasse II 19, klasse III 16'en klasse
IV 10. Bovendien! namen 35 leerlingen deel aan de praktijk
cursussen (14 voor boekhouden, 11 voor Engelseh, 1 voor
Fransch, 4 voor maehineschrijven en 5 voor stenografie).
De handelsavondschool bevat: a. een voorbereidenden
cursus, die 1 jaar duurt, b. een hoofdcursus, die 3 jaar duurt.
Om tot den voorbereidenden cursus te worden toegelaten
moet men de lagere school (6 jaren) doorloopen hebben.
Aan dezen cursus wordt onderwijs gegeven in voorberei
dend handelsrekenen, Ned. taal en algemeene handels-
kennis, Fransch, Engelseh, Duitsch, stenografie en schoon
schrijven. Al deze vakken zijn verplicht.
Om tot den hoofdcursus te worden toegelaten, moet men
den voorbereidenden cursus doorloopen hebben of een ken
nis bezitten, die daarmede gelijk staat. Aan dezen cursus
wordt onderwijs gegeven in boekhouden, handelsrekenen,
handelskennis en handelsrecht, Ned. handelscorrespondentie
(le jaar), Fransch (le jaar) en Fransche handelscorrespon
dentie (2e en 3e jaar), Engelseh (le jaar) en Engelsehe han
delscorrespondentie (2e en 3e jaar), Duitsch (le jaar) en
Duitsche handelscorrespondentie (2e en 3e jaar) en steno
grafie. Niet al deze vakken zijn verplicht. Men kan n.l.
kiezen tusschen tweeërlei richting: a. boekhouden, handels
rekenen, Nederlandsch en stenografie; b. Nederlandsch,
Fransch, Duitsch en Engelseh.
Naast de beide genoemde cursussen zijn aanl de school
verbonden praktijkcursussen, alwaar opgeleid wordt voor
de praktijk-examens in boekhouden, moderne talen, steno
grafie en maehineschrijven.
De Christelijke handelsavondschool genoot tot dusver
geen subsidies om haar uitgaven te dekken. Deze moeten
geheel uit de schoolgelden worden bekostigd. Door gebrek
aan middelen was men dan ook genoodzaakt om met den
aanvang van het schooljaar 19231924 de salarissen van
directeur en leeraren, voor wie tot dusver de Rijksregeling
gold, belangrijk te verlagen, doch ook de lesuren te ver-