106 sluiting van Michel-Angielo zijn tentoongesteld, voor het publiek geopend. Bij de opening waren o. a. tegen woordig: de heeren H. J. de Groot, inspecteur van het nijverheidsonderwijs, Mr. M. Duparc, chef van de Afd. Kunsten en Wetenschappen, Mr. v. Beeck Calkoen, Mr. J. A. N. Patijn, burgemeester van den Haag, Dr. Hof stede de Groot, Prof. Jhr. J. Six uit Amsterdam, de geheele Raad van Bestuur der Academie, etc. Het aantal niet-betalende bezoekers bedroeg 3646, het aantal betalende 1024. Het museum werd 24 maal door excursies bezocht, meestal leerlingen van scholen onder leiding van leeraren(essen). De candidaten voor de examens M. O. Handteekenen werden in kunstgeschiedenis geëxamineerd in dit mu seum en in het Museum voor Kunstnijverheid. Het verslag van het Museum ran Kunstnijverheid over 1923 deelt o. m. mede: Als Directeur trad op de heer C. W. Lunsingh Scheurleer. In de Commissie van Advies werd de heer A. O. van Kerkwijk voorzitter en nam Mr. H. C. Gallois het secre tariaat weder op zich. Dr. H. E. van Gelder werd tot adviseur benoemd. Localiteit en Inrichting. De inrichting der lokalen werd gereorganiseerd, waardoor het museum gedurende de eerste helft van 1923 was gesloten. Gebruik en Bezoek. Het Museum w’erd na 12 Juni bezocht door 1027 bezoekers. Aanwinsten en Verliezen. In 1923 werden voor het museum o.a. aangekocht: een gepolychromeerde houten Madonna met kind, eenige kraagsteenen, een stuk goud leer, een houten trappaalbekroning Lod. XIII, eenige deurkloppers, twee marmeren kinderfiguren door Du- quesnoy, een gepolychromeerde houten figuur van de H. Florianus, een houten Christusbuste uit Noord- Frankrijk, etc., terwTjjl o.a. ten geschenke werden ont vangen: een a jour gesneden houten luik Lod. XIV, een collectie gebrand glas, etc. Onder de bruikleenen zijn vooral te noemen: een mar meren grafsteen (Ital. Renaissance), twee marmeren 17e eeuwsche cherubs, een marmeren leeuwenkop, een zilveren monstrans, etc. (toebehoorend aan freule A. de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 108