47 2 verlof te vragen, hetwelk hun werd verleend, aan de eerst genoemde met ingang van 1 Mei 1923 en aan den laatst genoemde met ingang van 1 September 1923. In afwachting van de totstandkoming van een in uitzicht gestelde definitieve regeling van hun pensionneering werd, met toestemming van Uwe Excellentie, besloten aan elk van hen beiden ge durende dit ziekteverlof de helft van hun jaarwedden uit te keeren. Tot leeraar in de harmonieleer werd door de Commissie benoemd de heer H. Geraedts, leeraar te Amersfoort aan de muziekschool der aldaar gevestigde afdeeling der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Ten aanzien van de vervulling van de betrekking van leerares in den solozang en zangpaedagogie zag de Com missie zich geplaatst voor een beslissing, waarvan het belang voor het Conservatorium moeilijk te overschatten viel. De klasse toch onder leiding van Mej. Bol was in den lateren tijd, in verband met haar ziekte en de daardoor noodige vervanging van haar lessen, achteruitgegaan, en het sprak daardoor vanzelf, dat de Commissie, na het verleenen van het door de genoemde leerares gevraagde ziekteverlof voor onbepaalden tijd, uitzag naar een eerste kracht om deze klasse met bekwame hand er weder bovenop te krijgen. Daarby achtte onze Commissie het van groot belang voor de beteekenis van het zangonderwijs aan het Conservatorium om, zoo mogelijk, een klasse voor hooger solozang-onderwys te stichten en deze klasse onder leiding van een leerares te plaatsen, wier autoriteit op dit gebied onbetwistbaar kan worden geacht. Na het instellen van een nauwgezet onderzoek naar de capaciteiten van eenige candidaten, die voor de vervulling der betrekking van leerares in den solozang en de zang paedagogie het meest in aanmerking kwamen, bij welk onderzoek de Commissie van toezicht zich door een Com missie van deskundigen liet voorlichten, heeft onze Com missie eenparig voor de vervulling der vacante plaats haar keuze laten vallen op Mej. A. Th. de Bruyn, die haar eind diploma voor solozang verwierf te Amsterdam aan de muziek school der aldaar gevestigde afdeeling der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst en die sedert dat oogenblik als leerares aan de Muziekschool te Haarlem verbonden was. Haar benoeming aan het Koninklijk Conservatorium voor Muziek geschiedde met ingang van 1 September 1923. Tot het geven van een cursus voor hooger zangonderwijs heeft de Commissie tot haar groote voldoening bereid be vonden Mevrouw A. Noordewier—-Reddingius. De naam, w'elken deze zangeres èn als uitvoerend kunstenares èn als VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 1146