122 Handel en Scheepvaart. III. a. Binnenlandsche Handel. b. Buitenlandsehe Handel. Hieromtrent zjjn ons geen bijzonderheden bekend. Paragraaf 7 van het verslag der Kamer van Koop handel en Fabrieken bevat een overzicht van de ver schillende markten te dezer stede, van de hoeveelheid der aldaar aangevoerde voortbrengselen en van de daar voor bestede prijzen. Op 29 Januari hield ons lid Ir. G. A. Kessler een be langrijke voordracht over het Voorontwerp Werktijden besluit en over het bekende Prae-advies van Commissie XII uit den Hoogen Raad van Arbeid. Op 16 Februari behandelde Dr. E. C. Jul. Mohr de Industrialisatie van Nederlandsch-Indië. Op 29 Mei werd de jaarvergadering gehouden en wer den de vereerende getuigschriften en eerepenningen uit gereikt aan diegenen, die zich door langdurigen trouwen dienst bij onze leden of donateurs hebben onderscheiden. Ons Departement was vertegenwoordigd in een verga dering op 1 Mei belegd door de Vereeniging voor Han del, Nijverheid en Gemeentebelangen, teneinde te gera ken tot een minnelijke regeling omtrent de candidaat- stelling voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken te ’s-Gravenhage. Na verkregen overeenstemming met an dere organisaties slaagden wij in een vergadering op 30 October erin een accoord te treffen met de samenwer kende Middenstandsvereenigingen, waardoor de verkie zing van leden voor de afdeeling Grootbedrijf bij enkele candidaatstelling kon plaats vinden. Als Bestuursleden traden aan het einde van het ver slagjaar periodiek af de Heeren A. Spanjaard, V. de Groot en J. J. de Niet, die niet herkiesbaar waren en werden vervangen door de Heeren Ir. F. Begemann, Ir. G. A. Kessler en Mr. M. de Mos.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 124