4
2
in den duursten tijd hadden gebouwd, werd door gemelde
factoren dermate verzwakt, dat zij zich slechts uiterst moeilijk
of in ’t geheel niet meer staande konden houden. Hetzelfde
geldt nog in meerdere mate voor diegenen, die deels ook
met duur gebouwde huizen wat men noemt „overbouwd”
waren. Toch behoefde in 1923 nog slechts één onderpand
te worden geëxecuteerd. Het betrof een gebouw voor visch-
handel met rookery, dat by de gewyzigde omstandigheden
niet meer loonend kon worden geëxploiteerd. Intusschen
liet het zich tegen het einde van het jaar aanzien, dat
eenige executies van uit woonhuizen bestaande onderpanden
waarschynlyk niet zouden zijn te vermyden. In den loop
van het nieuwe jaar moest daartoe inderdaad worden over
gegaan.
Hieronder volgen de gebruikelyke gegevens.
Beheer.
In het personeel der Bank kwam geen wyziging.
Op het einde van het jaar bestond het administratieve
personeel uit 1 administrateur A, 1 administratief ambtenaar
A, 1 tijdelyk ambtenaar en 1 jongmaatje.
Commissie van Advies.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer L. A. H. de Wolf, werd bij raadsbesluit
van 13 December 1923 (Bijlage 966), voor het tydvak, in
gaande den 20sten December 1923 en eindigende den 25sten
October 1926, benoemd tot lid de heer Joh. D. Looyen,
terwyl by genoemd raadsbesluit, gerekend te zijn ingegaan
26 October 1923, voor den tyd van 3 jaren de overige 4
leden werden herbenoemd, zoodat de Commissie by het
einde des jaars bestond uit de heeren
L. Cusell, architect,
H. Fels, architect,
Joh. D. Looyen, architect,
J. de Niet Azn., bouwkundige en
J. P. lieeser, bouwkundige.
Tot voorzitter werd voor de nieuwe periode herkozen de
heer H. Fels, terwyl aan de Commissie als secretaris bleef
toegevoegd de administrateur der Bank, W. D. Boll.
Schatters.
Bij raadsbesluit van 19 Maart 1923 (Bijlage 217) werden,
met ingang van 22 Maart 1923, voor den tyd van 2 jaren
tot deskundigen voor de schatting der waarde en het on
derzoek van den staat der onderpanden herbenoemd de
heeren W. Biever, L. J. Elkhuizen en G. P. Post Jr.
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.