5
3
pCt.)
pCt.)
pCt.)
1889
1894
1897
1899
1902
1905
1906
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1914
1915
1916
1918
1918
1919
1919
1921
1921
(f 10.000.000,—)
1.250.000,—)
(5
(5
(4*/, pCt.)
pCt.)
pCt.)
(5'/2 pCt.)
(Mei-leening)
(October-leening) 180
Totaal
30 obligaties.
26
16
2
26
108
8
147
56
54
91
224
118
116
228
234
250
295
111
297
423
264
pCt.)
B (3«/2 pCt.)
C (4
D (4</2 pCt.)
E (5
F (5'/2 pCt.)
G (6
18 obligaties op Grootboek A (3
625
857
529
408
423
444
Totaal3304 obligaties.
Ingeschreven zijn van de
leening 1886
3304 obligaties.
Deze inschrijvingen zijn gedaan:
door 116 particulieren tot een nominaal
bedrag vanf 1.557.000,—
door 16 instellingen tot een nominaal be
drag van1.747.000,—
(Bedoelde instellingen zijn6 pensioenfondsen en 3 fondsen
met andere bestemming, 1 spoorwegmaatschappij, 1 hypo
theekbank, 1 fabriek, 1 instelling van weldadigheid, 1 bur
gerlijk armbestuur, 1 bij testament in het leven geroepen
stichting en 1 instelling van maatschappelyken aard.)
90 ingeschrevenen zyn alhier gedomicilieerd.
42 elders in Nederland gedomicilieerd.
De verdeeling der inschrijvingen over de Grootboeken is
als volgt:
VERSLAG GROOTBOEK DER GEMEENTESCHULD.
n