8
4
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
Over 1923 verleenden het Rijk en de Gemeente elk een bij
drage van 25 in uitkeeringen, welke werden verstrekt aan
te ’s-Gravenhage wonend personeel van de N.V. Kon. Ned.
Edelmetaalbedrijven van Kempen, Begeer en Vos, krach
tens een door die firma in het leven geroepen, door den
Minister van Arbeid goedgekeurde wachtgeldregeling. Over
het jaar 1923 betaalde de Gemeente uit dezen hoofde f 64,41.
Van 1 Januari 1923 tot 18 December 1923 werd voortgezet
de werkverschaffing aan uitgetrokkenen in het visschers-
bedrijf bij den dienst der gemeenteplantsoenen. Het gemid
deld aantal te werk gestelden bedroeg 26 per week, terwijl
het grootst aantal 86 per week was. Het weekloon bedroeg
f 18,waarboven een bijslag verleend werd van f 1,50 per
kind van het 3e kind af tot een maximum van f 22,50. In
Evenals in 1921 en in 1922 werd ook in 1923 de Scheveniug-
sche treilervisscherij gesteund, thans gedurende het geheele
Over het tijdvak 1 Januari 192315 Mei 1923 geschiedde
deze steunverleening naar de volgende grondslagen:
a. toekenning van een tegemoetkoming in reedersverlie
zen van ten hoogste f 1500,— per schip (van deze bedragen
droeg het Rijk 1/3 gedeelte).
b. toekenning van loonbijslag aan de bemanningen, en
wel wanneer de helft van het aandeel in de besomming van
een matroos, stuurman of schipper gemiddeld minder be
droeg dan onderscheidenlijk f 9,f 10,en f 13,50 per week;
de bijslag was dan het verschil tusschen de bedoelde helft
en de genoemde bedragen. Ter bevordering van het aan de
treilvaart deelnemen van kostwinners gold de bijslagrege-
ling slechts in beperkte mate voor niet-kostwinners. Aan
dezen bijslag was nog verbonden een kinderbijslag van f 1,50
per kind en per week. Van 1 Januari tot 1 April j.l. werd
deze slechts gegeven van het 3e kind van elk gezin af.
Na 15 Mei gold niet de toekenning van vergoeding aan
reeders, doch werd de loonbijslag aan de bemanningen be
nevens de kinderbijslag gehandhaafd.
Als gevolg van deze regeling voeren 85 loggers, bemand
met 680 koppen ter treilervaart.
Aan tegemoetkoming in reedersverliezen werd uitbetaald
f 127.500,waarvan f 42.500,— voor rekening van het Rijk
kwam.
Aan loonbijslag werd betaald f 187.796,39 en aan kinder
bijslag f 14.649,99.
Van de kosten dezer steunverleening kwam dus voor
rekening der Gemeente f 287.446,38.