9 2 In de Bijkantoren werden de daar aanwezige onderpanden en registers door den Inspecteur geregeld geverifieerd en de kassen op ongeregelde tijdstippen gecontroleerd. Ter opheffing van zich voorgedaan hebbende bezwaren, werd, met ingang van 1 November 1923, ook voor het Bijkantoor te Scheveningen sluiting op een vasten middag in de week ingevoerd, terwijl tevens bepaald werd dat het Hoofdkantoor des Zaterdagsmiddags vanaf 12l/a uur gesloten zal zyn. 4. Zakelyk overzicht. Het afgeloopen jaar is voor de Bank gunstiger geweest dan, bljjkens de betrekkelijke begroeting, was verwacht; het nadeelig saldo van de exploitatierekening toch kon tot op bijna de helft van het geraamd bedrag worden vastgesteld. Eensdeels is dit te danken aan de toename der beleenin- gen op onderpand met uitzondering van de effectenbe- leening en anderdeels door dat de bepaling van art. 114, 2e lid der „Pensioenwet 1922” (vooruitbetaling van het pensioen) nog niet tot uitvoering gekomen zijnde, de voor- schotverstrekking ook op burgerlijke pensioenen kon blijven voortgezet. Bij Raadsbesluit van 23 April 1923 werd wijziging ge bracht in het Bankreglement (Verzameling 1918 no. 108), ter zake van de beleening van Incourante en Courante fondsen. Zooals reeds in het verslag over 1922 is medege deeld w'erd, om de daar vermelde reden, in afwachting van dat besluit, geen ter Beurze niet-verhandelbaar papier meer als onderpand aangenomen. Eene vóór dien plaats gehad hebbende beleening van aandeelen Land- en Tuinbouw- maatschappjj, zijnde niet afgelost, moest met verlies worden afgeboekt, tengevolge van liquidatie dier Maatschappij, waarbij een zeer gering percentage werd uitgekeerd. Blijkt dus inderdaad het incourante effect geen beleenbaar object voor de Bank te zijn, de beleening van courante fondsen daarentegen heeft in de laatste jaren eene niet te versmaden bate opgeleverd. Daaraan is evenwel door vorenaange- haalde wijziging ook thans een einde gekomen. De inge voerde beperkende bepalingen zijn van dien aard dat het publiek een aanmerkelijk minder gebruik van het gemeentelijk instituut is gaan maken. Een en ander is nader onder cijfers gebracht in de vol gende paragrafen, alsmede in de Bedrijfsrekening. VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 246