9 16 Andere geldleeningen. Rijkspersoneel afname 9. Financiëele Uitkomsten. 8% 1 678 leeningen f 134.973,43 623 52.026,94 534 70.946,655 159 leeningen f 8.763,62 12 1.362,19 maximum-beleensom van f 10,— op edelgesteenten en elk ander onderpand op fondsen voor de voorschotten op pensioenen en de overige geldleeningen Aan intrest van afgeloste leeningen en voorschotten werd ontvangen f 115.356,12 en van leeningen, afgewikkeld door verkoop van het onderpand f 8.529,17 tegen f 110.234,98 en f 8.853,42 in 1922. Blijft toename 147 leeningen f 7.401,43 Het algemeen totaal van het saldo der uitgeleende gelden bedroeg van leeningen op onderpand voorschotten op pensioenen andere geldleeningen Totaal f 974.664,70s tegen f 947.742,13s op 31 December 1922, eene vermeerdering alzoo van f 26.922,57. Het saldo der op 31 December uitstaande leeningen aan Rijks- en Gemeentepersoneel en Particulieren bedroeg in aantal 2 835 en in bedrag f 257.947,02®, verdeeld als volgt over de drie eategoriën: Gemeentepersoneel Rijkspersoneel Particulieren De verschuldigde jaarrente bedraagt voorde gelden, ter leen verstrekt: op gebruikte kleedingstukken en gebruikt beddegoed tot een 13°/o 7% f 697.003,89 19.713,79 257.947,02s 2 835 leeningen f 257.947,02s tegen 2 688 leeningen ad f 250.545,59s op 31 December 1922, eene toename dus in aantal en bedrag van resp. 147 en f 7.401,43, te speciticeeren als volgt: aan Gemeentepersoneel. 57 leeningen f 242,36® Particulieren102 8.521,25® VERSLAG DER GEMEEN'TEBANK VAN LEENING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 259