Bijlage 10
H
VERSLAG omtrent den toestand van de werken en
den uitslag van de exploitatie der Duinwaterlei
ding van 's-Gravenhage over het dienstjaar 1923.
i
By den aan vang van het verslagjaar bestond de Commissie
van Bystand in het beheer der Duinwaterleiding uit den
Wethouder voor de Gemeentebedrijven, den heer A. C. A.
van Vuuren, voorzitter, en de heeren J. J. Verburg, W. A.
T. de Meester, J. A. H. W. Cramer en C. Vrolijk Jzn. In
verband met zijn ontslag als lid van den Gemeenteraad op
9 Maart trad de heer Cramer uit de Commissie.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 16 Juli
werd de Commissie opnieuw samengesteld en werden als
leden aangewezen de heeren De Meester en Vrolijk voor-
noemd, alsmede de heeren W. Mooyman en F. G. van Duuren.
Blijkens mededeeling door Burgemeester en Wethouders,
in de Raadsvergadering van den 30en d.o.v., had de heer
M. Vrijenhoek, na zijn benoeming tot Wethouder, zich, met
ingang van den 17en dier maand, belast o.m. met de Afdeeling
„Gemeentebedrijven”, tevens optredende als Voorzitter der
Commissie van Bijstand.
Tengevolge van een wijziging in de onderlinge verdeeling
der werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders werd
de heer Vrijenhoek, met ingang van 5 October, als Voor
zitter vervangen door den heer Mr. J. A. de Wilde, toen
deze naast het beheer der Afdeeling „Financiën” c.a. ook
de functie van Wethouder voor de Gemeentebedrijven op
zich nam.
Sindsdien kwam in de samenstelling der Commissie geen
verandering.
I. Belleer.
i
f