10
4
Opvoerwerktuigen.
c.
r‘ri.
gen. De proeven met
monteerd, zoodat voor elk der filters op doelmatige wijze
aansluiting van den „scoop conveyor” kan worden verkre-
een in hout geconstrueerde vporfilter-
installatie, waarvan in het voorgaande jaarverslag melding
werd gemaakt, en waarmede aanvankelijk reeds een gunstig
resultaat bereikt was, werden voortgezet.
Overigens kwam het gewone onderhoud aan de filters
met bybehoorende werken, evenals dat aan de reinwater-
kelders en aan de gebouwen van het Pompstation, naar be
hoefte aan de orde.
In zijn vergadering van 5 Maart 1923 besloot de Ge
meenteraad tot electrificatie van het bedrijf der water-
opvoerwerktuigen. Met de voorbereidingen tot uitvoering
van dit besluit werd aangevangen.
liuim 9.681.000 M’. gefiltreerd water werden gedurende het
verslagjaar naar de stad gevoerd, waarvan byna 8.438.000
M3. of ruim 87 der totale hoeveelheid door de stoom-
pompwerktuigen, het overige of rond 1.243.000 M3. door de
eleetrisch gedreven centrifugaalpompen.
De waterlevering per etmaal was het kleinst op Zondag
18 Februari: 17.714 M3., het grootst op Vrijdag 13 Juli:
47.349 M3. Gemiddeld bedroeg die hoeveelheid per etmaal
26.523 M3., Loosduinen, dat op 1 Juli met ’s-Gravenhage
vereenigd werd, meegerekend.
Het brandstofgebruik was weer gunstiger dan in het
voorgaande verslagjaar. Het bedroeg per 1000 M3. wrater
239 K.G. tegen een overeenkomstige eenheid van 254 K.G.
in 1922 en van 286 K.G. in 1921.
Aan electrische energie werd totaal rond 225.000 K.W.U.
gebruikt, met inbegrip van den arbeid, noodig voor het
drijven van een lage-druk-centrifugaalpomp, welke ongeveer
1.367.000 M3. uit de verzamelkom naar de filters bracht.
De volgende staat geeft aangaande de totale hoeveelheid
water, naar de filters gepompt en het brandstofgebruik
sedert 1875, het gebruikeiyke overzicht.
VEIiSLAG DEH DUINWATERLEIDING.
r1