14 6 Tuberculose kwam voor als onderstaand staatje aangeeft: Rund Paard Vet kalf Graskalf Nuchter kalf Varken Schaap Geheele dier Uitwendige kauwspier. Inwendige kauwspier Hart Uitwendige kauwspier en hart Middenrif en hart r 17,54 0,09 0,62 2,73 0,06 8,99 0,04 en uitbreiding van den dienst tot het grondgebied van voor malig Looeduinen. Wat de uitkomsten van den keuringsdienst betreft, zij het volgende vermeld. 91 (85) Echinococcose (het voorkomen van een blaasworm, welke de larf is van een hondenlintworm; door tusschenkomst van den hond kan de mensch echinococcose krijgen) kwam voor bij 57 paarden, 30 varkens en 18 schapen. Cysticercus inermis (z.g. blaasworm, d.z. lintwormlarven, die bij den mensch lintwormen doen ontstaan) werd 265 maal aangetroffen, waarvan 29 maal levend. Zij werden gevonden als onderstaanden staat aanwijst: VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. Aantal DiERSOORT. gevallen. 91 (88) Graskalf. Rund. VINDPLAATS. Levend. Levend. 24 1 19 1 t 19 1 2 Afge storven. 120 9 60 3 1 1 4 Afge storven. 3659 1 81 78 2 3091 2 i Percentage van de j geslachte dieren. 1 1 (1) 5 (5) De tusschen haakjes geplaatste cijfers geven aan het aantal dieren, dat nog door sterilisatie bruikbaar gemaakt kon worden voor menscheiijk voedsel. I Aantal dieren af gekeurd of voorwaarde- Hjk goedgekeurd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 440