14
15
I
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
VI. Vleeschverbruik in 1923.
In K.G. (gedeeltelijk geschat).
DIERSOORTEN.
Verbruikt.
Totaal.
Ingevoerd.
10.407.490
tenderen
13.311
5.737.875
4.682.926
566.838
13.923
317.875
262.886
580.761
aarden
1.430.202
1.428.939
E "ren
1.263
88.202
1.342.000
4.929.760
4.924.720
624.845
’arkens
5.040
4.304.915
115.790
115.476
314
1.690
17.443.463
17.477.314
33.851
5.660.549
(Geslacht voor
j plaatselijk
gebruik.
Ver
nietigd.
11.816.765
10.420.801
Uitgaande van het aantal inwoners op 1 Juli 1923, waar
bij rekening is gehouden met de samenvoeging van de
gemeenten ’s-Gravenhage en Loosduinen op dien datum,
bedroeg het vleeschverbruik per hoofd 46,74 K.G., beenderen
inbegrepen.
De vleeschomzet is, vergeleken met 1922, wel toegenomen,
doch het verbruik per hoofd is een weinig verminderd.
Bij het vaststellen van dit cijfer per inwoner is onder
steld, dat de particuliere invoer van versch en toebereid
vleesch in deze Gemeente, welke buiten het Slachthuis om
plaats heeft, gelijk is aan den uitvoer van vleesch en spek,
waarvan evenmin van Gemeente-wege administratie kan
worden gevoerd.
114.100 i
chapen en Geiten