15
2
Vaartuigen.
Stoomtrawlers
Loggers
Schokkers
Garnalenbooten
Andere vaartuigen
Totaal netto inhoud
cijfers resp. 2,2% 4,7%
geld bedroeg f 6337,48.
Evenals gedurende de vorige jaren, werd de dienst van
de havengaarders bij verlof of ziekte waargenomen door
den havengaarder, belast met de controle, terwyl dit voor
de brugwachters geschiedde door noodhulppersoneel, het
welk voornamelijk gerecruteerd werd uit op wachtgeld ge
steld gemeentepersoneel.
der Militiewet 1912 werd aan een der ambtenaren gedurende
dien tijd buitengewoon verlof verleend conform art. 37 van
het Ambtenarenreglement en werd deze gedurende dien
tijd vervangen door een ambtenaar, aangesteld volgens
art. 6c van genoemd reglement.
Aan vier brugwachters werd gedurende den loop van
het jaar eervol ontslag verleend wegens lichamelijke onge
schiktheid.
Op 31 December 1923 bestond het personeel van den
Gemeentelijken Havendienst uit: 47 ambtenaren (Algemeene
dienst 6, Visschershaven 9, binnenhavens en vaarten 32).
De gezondheidstoestand van het personeel gedurende het
afgeloopen jaar was iets gunstiger. Het totaal aantal ziekte
dagen van het geheele personeel was 1056 tegen 1173 in
1922. Voor het personeel in Algemeenen dienst was het
aantal ziektedagen 1 van het totaal aantal werkdagen,
voor dat der Visschershaven 2,4 en voor dat der Binnen
havens en Vaarten 10,3 Voor het jaar 1922 waren deze
cijfers resp. 2,2 4,7 en 9 Het uitbetaalde zieken-
II. Visschershaven.
Scheepvaart. Op 1 Januari 1923 lagen de volgende vaar
tuigen in de haven:
2 stoomtrawlers, 10 motorloggers, 75 loggers, 12 motor-
schokkers, 15 zeilsehokkers, 20 garnalen booten en vletten,
4 sleepbooten, 1 zandzuiger, 1 baggermachine, 4 onderlos-
sers, 1 lichter, 1 motorreddingboot en 1 vrachtlogger.
In het geheel kwamen hier binnen:
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
1919.
1923.
1922.
1921.
1920.
39
1652
2244
1919
58
479.573 M3.
34
1131
2557
1703
53
354.365 M3.
64
1098
3448
1499
68
372.838 M3.
171
1823
3388
1431
75
507.900 M3,
40
997
3456
1812
71
347.499 M3.