15
3
in de vaart is geweest.
Op 31 December 1923 lagen in de haven:
2 stoomtrawlers, 12 motorloggers, 100 loggers, 9 motor-
schokkers, 12 schokkers, 21 garnalenbooten en vletten, 4
sleepbooten, 2 zandzuigers, 1 baggermachine, 5 onderlossers
en 1 motorreddingboot. Behalve een tweetal Urker schokkers
waren alle binnenliggende vaartuigen van Scheveningen.
Volgens de naamlijst der Nederlandsche Reederyen en
haringschepen, bygewerkt tot 1 Juni 1923, bestond de Sche-
veningsche vloot uit 4 stoomschepen en 201 loggers, zoodat
van de loggers iets meer dan 55 in deze haven oplegden
en byna 45% in andere havens, voornamelijk Vlaardingen
en Maassluis.
De redenen hiervan zyn in vorige jaarverslagen uiteen
gezet.
Een motorlogger werd in Februari reeds uit de vaart ge
nomen, terwijl een logger deze visschery eerst in September
begon, zoodat het volle aantal van 88 loggers niet tegelyk
Trawlvisschery. Gedurende het jaar 1923 hebben in totaal
voor Scheveningen 88 loggers en 4 stoomtrawlers gedurende
korteren of langeren tyd aan deze visschery deelgenomen.
Een scheiding te maken tusschen den tyd voor trawl- en
dien voor haringvisschery is tegenwoordig niet meer moge-
lyk. Vroeger bleven de vaartuigen tot einde Juni trawlen,
waarna ze voor de haringvisschery werden klaargemaakt.
Thans echter werden reeds in April vaartuigen uit de trawl
visschery genomen, hetzy omdat de verdiensten te gering
waren en zy werden opgelegd, hetzij om ze klaar te maken
voor de haringvisschery. Ook bleef een aantal vaartuigen
het geheele jaar door de trawlvisschery uitoefenen.
Het aantal vaartuigen, hetwelk aan de trawlvisschery
deelnam was verdeeld als volgt:
Januari 4 stoomtrawlers en 32 loggers.
Februari 4
Maart3
April3
Mei3
Juni3
Juli3
Augustus2
September 1 stoomtrawler
October 1
November 1
December 1
84
86
86
73
55
48
35
32
13
10
6
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
n
h
r>
n
n
n
n
n
n
v
r>
n