15 8 Buitenhaven. Gedurende de drie eerste en de twee laatste maanden van het verslagjaar is de diepte van de buiten haven ongunstig geweest. Nadat echter in de maanden Maart en April ook met laagwater gebaggerd is geworden, waarbij men tevens gunstig weder trof, was de diepte meer bevredigend. De minste diepte werd toen gevonden op een strook van 60 M., welke volgens Ministerieel besluit over de geheele breedte van de buitenhaven aanwezig moest zijn en waarop geen grootere diepte mocht worden aan getroffen dan de maximum-diepte bij de wet bepaald. Voor en achter deze strook mocht een meter dieper gebaggerd worden. Voor het op diepte brengen werden door den aannemer een tweede sleepboot en acht onderlossers in de haven ge- stationneerd, teneinde ook bij laagwater te kunnen bagge ren. Deze onderlossers werden dan bij laagwater gevuld en bij hoogwater naar zee gesleept. Met deze meer intensieve wijze van baggeren zou worden voortgegaan, totdat de in Kustvaart. De kustvloot is gedurende het verslagjaar belangrijk achteruit gegaan. Bestond deze vloot in het begin van het jaar nog uit 13 motor- en 15 zeilschokkers, op 31 December waren deze getallen verminderd tot resp. 9 en 10. Het aantal garnalenbooten vermeerderde met één. De visscherij is voor de kustvloot al zeer slecht geweest. In de eerste twee en de laatste drie maanden van het ver slagjaar hebben de schokkers door het ruwe weer slechts enkele vischdagen gehad, terwijl in de zomermaanden alleen door de motorschokkers behoorlijke besommingen zjjn ge maakt. De visscherij met zeilschokkers heeft gedurende vrjjwel het geheele jaar onvoldoende resultaten opgeleverd. B® JU' Gedurende den loop van den teelt waren twee vaartuigen verplicht hun reis te onderbreken door ziekte van een lid der bemanning, drie door een defect aan de donkey en een door het verlies van een der opvarenden, welke overboord was geslagen en verdronken. Stoomvaartuigen. Van de vijf stoomvaartuigen, welke tot de Scheveningsche vloot behooren, heeft een het geheele jaar in de haven stil gelegen. Van de overige vier deed slechts één alle reizen op deze haven, terwijl de overige voornamelijk op IJmniden voeren. Dit vaartuig deed in totaal 23 reizen op deze haven, doch werd in Augustus uit de vaart genomen wegens eene be langrijke reparatie aan de machine. De overige deden in totaal 46 reizen op IJmuiden. VERSLAG GEM. HAVENDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 476