15 13 Duinwater. Het staangeld bedroeg f4,— per dag voor de eerste 10 dagen, daarna f 2,50 per dag. 1922 1921 1920 1919 1918 f 22.562,40 26.979,1-7 28.054,27 31.343,87 30.864,06 volgens tarief G; Kadegeld. Slechts weinig aanvragen voor kaderuimte kwamen dit jaar in, aangezien de haring geregeld naar de erven werd gevoerd. Voor de levering van duinwater kwamen ge durende het verslagjaar 1907 aanvragen in, aan welke aan vragen tot een totaal van 11 627 000 L. werd voldaan en waarvoor het verschuldigde bedrag bedrag f 4 455,50 werd ■ontvangen. f 12.002,66s 27.915,10s 21.491,03s 20.008,92s 18.534,16 39 1 1 In 46 gevallen werd ingevolge Raadsbesluit van den 16en Juli 1923 verminderde betaling toegestaan, aangezien de vaartuigen elders overwinterd hadden. In twee gevallen werd door Burgemeester en Wethouders het nog verschuldigde havengeld kwijtgescholden, daar de betreffende schepen waren vergaan. Per reis werd 730 maal betaald en wel: 207 maal voor verschvaarders 77 haringvaarders; 322 kustvaartuigen; 18 85 15 Havengeld. De ontvangsten aan havengeld bedroegen ge durende het verslagjaar in totaal f25.347,09 waarvan f2.461,62 werd gerestitueerd in verband met de omwisseling van de tarieven Ba en E in andere tarieven. 1917 1916 1915 1914 1913 In den loop van het jaar 1923 werden 287 abonnementen genomen en wel: 105 voor vaartuigen, uitsluitende de verschvaart beoefenende; 95 voor vaartuigen, zoowel de haring- als de verschvaart beoefenende 46 volgens tarief G; E; A; Dl. VERSLAG GEM. HAVENDIENST. n •n n n n n 1 n A j voor jachten. T) n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 481