16
5
VERSLAG GEMEENTE-PLANTSOENEN.
b. Aanleg.
In liet afgeloopen jaar werden bij enkele nieuw gestichte-,
verbouwde- of voor verschillende behoeften in gebruik ge
nomen gebouwen, tuinen of beplantingen aangelegd en
werden voor andere bestaande gebouwen en instellingen
verschillende leveranties en werkzaamheden gedaan.
Al deze werkzaamheden geschiedden, met uitzondering
van het maken, leveren en opstellen van hekwerk en het
uitvoeren van eenige grondwerken, in eigen beheer.
Een overzicht van het onder a en b bedoelde, geeft den
werd voor het teren der wandelpaden, een kleine teersproei-
machine aangeschaft.; hierdoor wordt bereikt, dat de teer
verwarmd en gelijkmatiger over de paden wordt verdeeld,
dan zulks het geval kan zijn, wanneer dat met emmers moet
worden aangebracht, zooals dat voorheen geschiedde. Bo
vendien kan in veel sneller tempo daarmede worden ge
werkt, hetgeen mede van zeer veel belang is, met het oog
op de dikwijls wispelturige weersgesteldheid, juist in den
tijd dat dit werk moet worden gedaan, waarvoor droog
weer noodig is.
Tevens werd aangeschaft een gecombineerde ijzerknip-
ponsmachine, welke bij het aanmaken en herstellen van
hekwerken enz. een vrij groote besparing geeft op arbeids-
loonen en op anders daarvoor te gebruiken gereedschappen.
In eigen beheer werden o.m. aangemaakt: 25 houten ha
mers, 4 kraansleutels, 5 maaikistjes, 15 stekbakken, 6 span
zagen, 3 smeedtangen en 10 sneeuwschuivers.
VI. Beplantingen bij Gemeentegebouwen.
a. Onderhoud.
Het onderhouden van de beplantingen bij de verschillende
gemeentegebouwen geschiedde in eigen beheer, met uit
zondering van:
a. de beplantingen bij de verschillende woningcomplexen
voor de volkshuisvesting.
b. de beplantingen bij sommige gemeentegebouwen, welke
hiertoe geschikt werden geacht.
Het onderhoud van de onder a. genoemde beplantingen,
werd evenals het voorgaande jaar, door den Dienst der
Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting zelf verzorgd, door
middel van uitbesteding, onder toezicht van de Directie
der Plantsoenen.
Het uitbesteden en het houden van toezicht op het onder
houden der onder b. genoemde beplantingen, geschiedde
door de Directie der Plantsoenen.