J
16
6
VERSLAG GEMEENTE-I’LANTSOENBN.
b. Aanleg.
Het aanleggen van nieuwe plantaoenterreinen en het
aanbrengen van nieuwe beplantingen enz. geschiedde even
eens in eigen beheer, met uitzondering van het maken,
leveren en opstellen van eenige hekwerken en het uitvoeren
van enkele grondwerken.
Van de afzonderlijk in de begrooting opgenomen werken
kwamen gereed: het aanbrengen van hekwerk om de be
planting op het Prins Hendrikplein, het Charlotte de Bour-
bonplein en het Sweelinckplein benevens het wijzigen van
de boombeplanting en het aanbrengen van plantsoen op
het Jacob van Campenplein.
De, in het najaar van 1922 aangevangen werkzaamheden
voor het rooien van hoornen langs de Mauritskade, tusschen
het Scheveningseheveer en de Hooikade en het aldaar in
planten langs den waterkant van één rij nieuwe boomen,
kwamen dit jaar gereed.
Het aanbrengen van boombeplanting langs den Badhuis
weg tusschen de Brusselschelaan en Utrechtschestraat en
langs het gedeelte Stevinstraat tusschen den Badhuisweg
en de Nieuweparklaan, werd ook dit jaar nog uitgesteld
bij de bedrijfsrekening behoorenden, gespecificeerde!! staat,
welke in de Leeskamer (Raadhuis) is ter visie gelegd (zie
Administratief verslag Art. I en II der Baten).
VII. Wandelplaatsen en plantsoenen.
a. Onderhoud.
Het onderhoud en voor zooveel noodig het bewaken van
de openbare wandelplaatsen en plantsoenen en het onder
houden van de beplantingen en paden op de Algemeene
Begraafplaats, geschiedde, evenals voorgaande jaren, in
eigen beheer.
In verband met de samenvoeging der Gemeente Loos-
duinen met ’s-Gravenhage, kwam in den loop van het jaar
1923, het onderhoud der beplantingen van eerstgenoemde
gemeente, onder beheer der directie der Plantsoenen, ter
wijl zij, voor zooveel deze onderhoudswerken waren uit
besteed, het toezicht hierop uitoefende.
Buitengewone omstandigheden, waardoor de beplantin
gen bijzonder hadden te lijden, deden zich het afgeloopen
jaar niet voor.
Uit den gespeeificeerden staat, behoorende bij de bedrijfs
rekening (zie Administratief verslag Art. III der Baten)
blijkt, wat voor de Gemeente de kosten zijn geweest van
het onderhoud van de verschillende soorten beplantingen
enz.