17 19 c. Wegen en voetpaden, behoorende aan en onderhouden door de Gemeente. geteerde schelpenpaden, grindwegen, geteerde grindwegen, teereteenslagwegen, De oppervlakte der bij het bedrijf der Gemeentewerken in beheer zijnde grindwegen, schelpenpaden, enz., die 456.443 M2. bedroeg op 31 December 1922, vermeerderde dit jaar met 24.750 M2. en bedroeg dus 481.193 M2. op 31 De cember 1923. Bovengenoemde uitbreiding ontstond door het maken van 8.885 M2. „Naeovia” asphaltmacadam op een gedeelte Nieuwe Parklaan, van 499 M2. Damman Teermacadam op de Koningin-Emmakade en door aankoop van de buiten plaats „Westhof” 362 M2. beschelpt voetpad op den ver bindingsweg Spoorwijk-Rijswijk, zoomede door het aanleg gen van 17.303 M2. geteerde koolaschpaden op den ge noemden verbindingsweg en in bouwplannen, enz., samen 26.999 M2. Daartegenover stond een vermindering met 2.249 M2., waarvan 661 M2. geteerd schelpenpad werd uitgebroken voor plantsoenaanleg op het Jacob van Campenplein, ter wijl 180 M2. beschelpt voetpad, 462 M2. geteerd schelpenpad en 946 M2. geteerd koolaschpad tot het maken van over wegen werden bestraat. De thans aanwezige oppervlakte bestaat uit: 194.098 M2. beschelpte voetpaden, 63.010 6.278 45.456 10.388 Het gewone onderhoud van pompen, evenals dat van openbare waterplaatsen, geschiedde in eigen beheer. De navolgende waterplaatsen werden vervangen door waterplaatsen van verbeterde constructie: aan de Hoofts- kade nabij de Koningstraat, aan den Zuidwal t/o de Lange Beestenmarkt, aan de Brouwersgracht en aan den Noord- wal nabij de draaibrug. Voorts werd het aantal waterplaatsen van verbeterde constructie met de volgende uitgebreid: één tweepersoons waterplaats aan de Circusstraat, één aan de Valkenbosch- kade, één aan het Charlotte-de-Bourbonplein en één aan de Hildeb r andtstr aat. De waterplaats staande op het Stationsplein werd ver vangen door twee tweepersoonswaterplaatsen van verbe terde constructie. 3. Pompen en Openbare Waterplaatsen. VERSLAG GEMEENTEWERKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 538