18
IV. SPORT EN SPEELTERREINEN.
Voorts zullen in 1924 in gebruik worden genomen het
schoolspeelterrein gelegen achter de Koningin Wilhelmina-
laan te Voorburg, ter grootte van 5.50 H.A. en het speel
terrein aan de Vermeerstraat, ter grootte van 1.30 H.A.
Op aandrang van de Gemeente zijn enkele pachters van
Gemeenteterreinen er toe overgegaan, een gedeelte van de
hun verhuurde weilanden, behalve de hiervorengenoemde
sportterreinen, als sportterrein onder te verhuren. Een 16-
tal speelvelden is op deze wijze ter beschikking gekomen,
waarvan door 13 vereenigingen wordt gebruik gemaakt.
Van deze laatste terreinen is het onderhoud en toezicht bij
den pachter, terwijl de onderverhuring alleen na toestem
ming van de Gemeente geschiedt.
18 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
Van de tot het Grondbedrijf beboerende eigendommen
zijn de navolgende terreinen voor sportdoeleinden in
gebruik
a. het sportterrein „Houtrust” groot 11.15.95 H.A., is
sedert 1911 verhuurd aan de N.V. Maatschappij tot exploi
tatie van het sportterrein „Houtrust”;
b. het speelterrein aan de Beyersstraat, groot 1.17 H.A.,
is sedert 1914 in gebruik gegeven aan de Vereeniging
„Haagsche Volksspeelterreinen”
c. een gedeelte van het Nachtegaalplein, waarop van
gemeentewege 2 tennisbanen zijn aangelegd, is sedert 1920
verhuurd
d. in de bij akte dd. 14 Mei 1920 in erfpacht uitgegeven
eigendommen, genaamd „De Bataaf”, zijn mede begrepen
een 12-tal tennisbanen.
Van het grondencomplex in den Segbroekpolder, nabij
de Westduinen, is een gedeelte ad 20 H.A., in afwachting
van de toekomstige stadsuitbreiding, tijdelijk voor sport
doeleinden ter beschikking gesteld. Op deze terreinen wordt
door 44 vereenigingen openluchtspel beoefend. De verhu
ringen, welke rechtstreeks met de betrokken vereenigingen
worden aangegaan, omvatten 29 speelvelden. Het onder
houd dezer terreinen is voor rekening van de Gemeente en
wordt uitgevoerd door den pachter van het geheele com
plex, die tevens voor toezicht tijdens de speeltijden moet
zorg dragen doch daartegenover het recht van beweiden
der terreinen buiten de speeltijden en de opbrengst van het
grasgewas beeft. De bewaking van het meest Westelijk
gedeelte dezer terreinen is opgedragen aan een terreinop-
zichter.