L Mi 62 Art III. Opbrengst van de voor rekening van anderen uit te voeren werken en leveringen en te verrichten diensten. Zie in verband met de overschrijding de toelichting op art. IV van de Lasten. Art. V. Inkomsten terzake van niet in het Grondbedrijf ingebrachte gronden. In verband met den inibreng in het Grondbedrijf van de z.g. „Latere Erfpachten G. I.” gerekend per 1 Januari 1923 is dit artikel belangrijk beneden de raming gebleven. Art. VI. Inkomsten terzake van niet bij den Woning- dienst (Stichting „Centraal Woningbeheer”) in beheer zijnde woningen. Het tempo, waarin door de Stichting „Centraal Woning beheer” de inning van de hier bedoelde woningen werd overgenomen, was oorzaak, dat op dit artikel vrijwel geen boekingen plaats vonden. Art. IX. Buitengewone ontvangsten voor zoover niet onder art. I verantwoord. Uitkeering door de Gemeente wegens kosten van Aanleg en Uitbreiding. Het minder geboekte bedrag wordt naar de begrooting voor het jaar 1924 overgebracht. (Zie de toelich ting op art. XIV van de Lasten). Art. IV. Vitkeeringen van de Gemeente, voor zoover niet onder andere artikelen verantwoord. De belangrijk mindere boeking op dit artikel wordt ver oorzaakt, doordat de uitkeeringen door de Gemeente we gens bij te schrijven leeningsrente, aflossing en kosten van aanleg volgens de nieuwe verordening op het Grondbedrijf in den vorm van „Kapitaalsverstrekking” verantwoord zijn geworden op art. I van de Baten. (Zie de toelichting op dit artikel). VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 1 8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 619