zinnigenkolonie te Gheel (België), zoodat sedert 1 Juli 1922, 38 patiënten zijn overgebracht, hetgeen een bezui niging oplevert van f 13.000,per jaar. Een vrouw moest weder naar het gesticht „Sint Anna” te Venray worden teruggeplaatst, omdat zij voor gezinsverpleging niet geschikt bleek; een man, die uit de kolonie was ont vlucht, werd, na aanhouding, in het gesticht „Endegeest” te Oegstgeest opgenomen. Tengevolge van de krachtens de artt. 19 en 24 van de Ouderdomswet 1919 ten behoeve van 32 krankzinnigen gesloten vrijwillige ouderdomsverzekering, genieten thans 20 van hen een ouderdomsrente van f 3,per week. Voorts is in verband met de artt. 51, 71 en 72 van de Invaliditeitswet, de ten name van 66 patiënten loopende invaliditeitsverzekering voortgezet. Aan 30 dezer pa tiënten is invaliditeitsrente toegekend. Na aftrek voor betaalde premiën, voor alle verzeker den, kosten benoeming provisioneel bewindvoerder en zakgeld, leverden beide verzekeringen gezamenlijk een voordeelig saldo op van f 4.503,11, welk bedrag in de gemeentekas als bijdrage in de verpleegkosten is gestort. Alvorens vaststond, door welke gemeente of het Rijk de verpleegkosten moesten worden betaald, zulks in verband met artikel 39 van de Armenwet, werd over tal van patiënten briefwisseling gevoerd. In 5 gevallen nam ’s-Gravenhage, de kosten op zich. Voorts eindigde de briefwisseling in 22 gevallen met het voor rekening ne men van de verpleegkosten door het Rijk, in 3 gevallen door Duitsehland, in 1 geval door België, terwijl de pa tiënten naar dat land werden uitgeleid, in 6 gevallen door andere gemeenten, terwijl van 16 gevallen niets naders werd vernomen, zoodat kan worden aangenomen, dat de kosten door het Rijk of een andere gemeente worden ge dragen. In 20 gevallen is nog geen beslissing genomen. De particuliere bijdragen in de verpleegkosten stegen van f 66.484,95° tot f 80.833,46. Meermalen werd krachtens de artt. 63, 64, 65 en 67 van de Armenwet, de tusschenkomst van den Kantonrechter ingeroepen, teneinde de verschuldigde bijdragen op den onderhoudsplichtige te kunnen verhalen. In alle geval len werd aan de gemeente beslag op het loon verleend of de staat van kosten executoir verklaard. 60

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 62