91
GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF.
AFinancieel overzicht.
Toelichting op de rekening over 1923.
Inkomsten.
Als gevolg van liet in werking treden op 1 Januari 1923
van de nieuwe „Verordening op het Grondbedrijf’ (Verz.
1923 No. 18) is vergelijking van de resultaten der rekening
met die der begroeting 1923 niet in alle opzichten mogelijk.
Tot de belangrijkste wijzigingen, die door de nieuwe ver
ordening in den bestaanden toestand werden gebracht, be-
hooren wel het vervallen van de vroegere indeeling in
districten alsmede, van de rubriek „Overbelaste terreinen”.
Uit deze wijzigingen vloeien o.a. voort het ten laste van den
buitengewonen dienst brengen van alle aflossingen en het
ten laste van den gewonen dienst komen van de totale
leeningsrente. Voor zoover deze rente niet uit de inkomsten
van het Grondbedrijf kan worden bestreden, wordt het saldo
door de Gemeente uit den buitengewonen dienst in den
vorm van kapitaal verstrekt.
Voorts is door het buiten werking stellen van de vroegere
verordening (Verzameling 1919 No. 32) de verplichte extra
aflossing van het bij de hertaxatie 1919 geconstateerde ver
lies overbodig geworden en kon dit bedrag, voor 1923 ge
raamd op f 97.975,—, geheel achterwege blijven.
Het voor 1923 geraamde nadeelig saldo op den gewonen
dienst ad f 60.865,87 vervalt dus geheel, aangezien bij de
nieuwe boekingswjjze de gewone dienst van het Grondbe
drijf zonder saldo sluit.
Wat de exploitatiebedragen van den gewonen dienst be
treft diene het volgende:
VEB8LAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 18
De „Opbrengst van verhuurde of verpachte eigendom
men”, begroot op f 143.697,heeft in 1923 bedragen
f 177.770,32, zijnde f 34.073,32 meer dan begroot was. Deze
meerdere ontvangst werd hoofdzakelijk veroorzaakt door
den inbreng in 1922 en 1923, met welken inbreng bij het op
maken der /begrooting geen rekening kon worden gehouden.
„Recognitiën”, begroot op f 30,—, gaf door het vervallen
van eenige overeenkomsten slechts een bate van f 23,—.