93
VEK8LAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 18
van eenige opstallen, in verband met voortschrijdenden
straataanleg.
„Grond-, waterschaps- en polderlasten”, begroot op
f 23.000,—, vorderde over 1923 f 21.492,71s zijnde f 1.507,28°
minder dan begroot was. Verlaging van de sluisgelden had
op deze mindere uitgaaf eenigen invloed.
„Aandeel algemeene kosten van den Dienst der Stadsont
wikkeling en Volkshuisvesting” bedroeg over 1923 f 23.900,
De begrooting van dien post bedroeg f 16.000,benevens
een bedrag ad f 1.500,voor „rente waarborgsommen”,
welke rente in eerstgenoemde algemeene kosten is begrepen.
De overschrijding ad f 6.400.werd veroorzaakt door de
meerdere werkzaamheden aan de toename van verhurin
gen en erfpaehtuitgiften verbonden.
Om dezelfde redenen heeft de post „Salarissen”, ad
f 26.538,01 het ^egrootingscijfer ad f 21.265,— met f 5.273,01
overschreden.
De post „Provisie” ad f 3.395,15 blijft met f 147,67 beneden
de begrooting, terwijl „Opmetingskosten”, ad f 2.088.22s de
raming ad f 1.500,met f 588,22° overschrijdt, welke over
schrijding aan de beduidende erfpaehtuitgiften in 1923 is te
wijten.
„Kosten van taxatie”, begroot op f 1.500,—, werd voor
1923 met f 275,— overschreden, hetgeen veroorzaakt werd
door den belangrijken inbreng van gronden in 1923.
„Assurantiekosten” ad f 210,49° blijft met f 14,50° beneden
de raming, welke f 225,bedroeg.
„Reclame- en advertentiekosten”, begroot op f 7.000,vor
derde in 1923 slechts f 2.314,95°, hetgeen veroorzaakt werd
doordat de voorgenomen aanmaak van nieuwe prospecti
voorloopig werd uitgesteld.
„Diversen” ad f 999.91 bleef met f 600,09 beneden de ra
ming ad f 1.600,—. Deze gelden werden in hoofdzaak besteed
voor het maken van blauw- en witdrukken, e.d.
De „Uitkeering aan het Erfpachtfonds”, begroot op
f 72.500,bedroeg over 1923 f 83.682,72, zijnde f 11.182,72
meer dan begroot was. Deze overschrijding is veroorzaakt
door de hoogere ontvangst aan erfpachtcanon, waardoor
aan het Erfpachtfonds een grootere uitkeering moest ge
schieden.
De post „Uitkeering aan het Reservefonds” in de begroo
ting voor 1923 bestreden uit het aan de Gemeente uit te
keeren batige saldo der „Rentegevende eigendommen” en
begroot op f 40.400,is thans, ingevolge meergenoemde
Verordening, in de exploitatie-uitgaven opgenomen en heeft
over 1923 bedragen f 68.184,95.
De post „Te reserveeren voor annuïteiten Grondbedrijf’