4 gen bij gedeelten respectievelijk op 1 Januari, 1 Februari en 1 Maart in. De huren van deze woningen waren abnor maal laag in verhouding tol die van soortgelijke woningen in de omgeving. Ten aanzien van het bedrag dezer ver- hoogingen heeft het Bestuur zich vooraf doen voorlichten door een onpartijdig deskundige. Door één der huurders werd deze verhooging onwettig geacht en wel op grond van de overwegingen, dat de wet niet aan de stichting het reeht toekent, de huurprijzen van gemeentewoningen te verhoogen, terwijl omtrent verhoo ging van den huurprijs nimmer een besluit van den ge meenteraad is genomen, dat het vaststellen der huurprijzen van gemeentewoningen een uitsluitend recht is van en ge schieden moet door den Raad, en dat de gemeenteraad in casu heeft vastgesteld minimum-prijzen, maar verder het vaststellen van de huurprijzen der gemeentewoningen, zoo- als die thans gelden, aan de stichting heeft overgelaten, hetgeen volgens den huurder in strijd met den geest en de letter van de Gemeentewet zou zijn. Hij heeft daarom een vordering tot terugbetaling van het te veel betaalde ingesteld. Burgemeester en Wethouders achtten het wenschelijk, dat hangende het proces over deze aangelegenheid geen on zekerheid zou bestaan omtrent de nader door de stichting vastgestelde woninghüren. Dientenvolge besloot de raad in zijn vergadering van 19 November 1923 de door de stichting vastgestelde huurverhoogingen alsnog goed te keuren en vast te stellen. Hierdoor wrerd de zaak eenigermate gecom pliceerd. Buitendien kon door het geringe bedrag der vor dering het geding niet in hoogste instantie worden uitge maakt. Om de zaak zuiver te stellen, heeft het Bestuur de huur van een perceel met f 200,per jaar verhoogd, en verhuurd aan een zijner leden, tegen wien daarop de Gemeente een vordering tot betaling der verhoogde huur heeft ingesteld. De uitspraak der beide processen wordt met belangstel ling tegemoet gezien. In de nieuwe woningen was het 47 maal noodig de huur op te zeggen, driemaal werd tot uitzetting overgegaan. In de oude stad bedroegen deze cijfers respectievelijk 70 en 5. Van de zes woningen van de barak in de Waldorpstraat konden er vijf worden ontruimd. Voor één gezin werd geen plaats gevonden. Deze barak, gebouwd met materialen af komstig van barakken uit het vluchtkamp-Uden ten be hoeve van gezinnen, welke in dat kamp hadden verblijf gehouden, kan geamoveerd worden, zoodra zij geheel ont- 19 VERSE. VAN DE STICHTING CENTRA AI. WONINGBEHEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 645