5 Onderhoud. ruimd is. Dit tamelijk primitieve houten gebouw is niet tegenstaande herhaalde en afdoende zuivering, telkens weer met wandgedierte besmet. Met de ontruimingen der oude woningen werd voortge gaan. In de hierachter opgenomen Tabel VII wordt een overzicht gegeven van het aantal ontruimde woningen en pakhuizen, en van het aantal gezinnen, dat door „Centraal Woningbeheer” weer in leegkomende gemeentewoningen werd geplaatst. Hoewel bij de ontruiming zooveel mogelijk met de be langen en wensehen der betrokken gezinnen rekening werd gehouden, bleek het niet altijd mogelijk, hen te voldoen. Het groote aantal opzeggingen in de Oude Stad is dan ook een gevolg van de weinige medewerking der bewoners, om hun woning te ontruimen. In den loop van het boekjaar werd het onderhoud van een groot deel der oude gemeentewoningen in de stad door den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting overgenomen van dien der Gemeentewerken, met dien ver stande echter, dat laatstgenoemde Dienst bleef belast met het onderhoud van alle perceelen, onteigend ten behoeve van de verkeerswegen, en andere perceelen, welke voor spoedige amotie in aanmerking komen. Het onderhoud van de overige perceelen, ten getale van te samen 318, werd in drie groepen, respectievelijk op 26 Februari, 19 Maart en 16 April 1923 door den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting overgenomen. Zoodoende is ook voor deze woningen evenals voor de oude Scheveningsehe woningen reeds langer het geval was een nauwere samenwerking tot stand gekomen tus- schen het Bestuur en de ambtenaren der stichting eener- zijds en het met het toezicht belaste personeel anderzijds. Uiteraard komt dit aan het onderhoud ten goede. Ook in 1923 geschiedde het onderhoud van de in het belang der volkshuisvesting gebouwde en aangekochte woningen door den Dienst der Stadsontwikkeling en Volks huisvesting. Het onderhoud geeft weinig aanleiding tot bijzondere op merkingen. Wel werd in het najaar eenige stormschade toegebracht aan verschillende perceelen, maar de schade was belangrijk minder dan in het najaar van 1922. Als groote onderhoudsposten zijn te noemen het buitenschilder werk der woningcomplexen Trekweg IIA, Afvoerkanaal I en III. De volgende perceelen in de oude stad werden be- VERSL. VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER. 19

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 646