Bfjlage 1 9a
Voorbereiding.
VERSLAG van de Stichting „Contróle-Woningen”
over 1923.
Aan den aanvang van zijn eerste jaarverslag meent het
Bestuur der Stichting „Contróle-woningen” goed te doen
met een enkel woord in herinnering te brengen den mi rd
van de inrichting, welke aan zijne zorgen is toevertrouwd
en de bedoelingen, welke bij de oprichting daarvan hebben
voorgezeten.
In zijne vergadering van 19 Juli 1920 besloot de Gemeen
teraad een inrichting in het leven te roepen voor toezicht
behoevende gezinnen. De bedoeling zat daarbij voor om in
die inrichting gezinnen, welke door voortdurende misdra
ging uit particuliere- of gemeentewoningen zijn gezet, te
huisvesten, zonder dat het gezinsverband wordt verbroken.
Vóór de totstandkoming der contróle-woningen was de
eenige gelegenheid voor huisvesting van op straat gezette
gezinnen, die door hunne gedragingen voor een normale
gemeentewoning niet in aanmerking komen en evenzeer
worden geweerd door particuliere huiseigenaren, het „Te
huis voor Onbehuisden”. In dit Tehuis worden mannen en
vrouwen gescheiden en verblijft elke sexe in gemeenschap
pelijke dag- en nachtverblijven, zoodat van gezinsleven geen
sprake meer kan zijn. Aangezien het gezinsverband toch
reeds dikwijls zeer los is bij gezinnen als die, over welke
het hier gaat, heeft een dergelijk uiteenvallen van het gezin
uiteraard zeer groote bezwaren.
Voorop stond dus, dat de te bouwen inrichting gelegen
heid zou moeten bieden voor het onderbrengen van elk ge
zin in een afzonderlijke woning. De inrichting zou voorts
aan hygiënische eischen moeten voldoen, maar mocht niet
zoo aantrekkelijk worden, dat men er geen bezwaar in zou
zien daar te blijven; de prikkel om zich door een behoorlijk
gedrag weer een vrije gemeentewoning waardig te toonen,
diende te blijven bestaan.