4
Voorts werd aangesteld een portier, die tevens is belast
met het beheer der afdeeling „Mannen” van de badinrich
ting, met de zorg voor de centrale verwarming en den warm-
waterverkoop, terwijl aan zijn vrouw de zorg voor de
vrouwen-afdeeling van het badhuis en voor het schoon
houden van het voorgebouw is toevertrouwd.
Voorts werden voor het dagelijksch toezicht in de inrich
ting nog een mannelijk en een vrouwelijk beambte aange
steld.
Het voorstel van het Bestuur aan Burgemeester en Wet
houders om machtiging tot aanstelling van bovenbedoeld
personeel bleek niet de algeheele instemming van dit col
lege weg te dragen. Het gaf aanleiding tot een voordracht
aan den gemeenteraad, in welke voordracht de meening
van meerderheid en minderheid van het college waren uit
eengezet en waarin een uitspraak van den Raad werd ge
vraagd. Hierbij bleek van een principieel verschil van in
zicht in het karakter der inrichting sprake te zijn.
De meerderheid van Burgemeester en Wethouders had
zich voorgesteld, dat hier niet het stelsel van reclasseering
zou zijn gevolgd, maar dat op tactvolle wijze op de bewo
ning zou worden acht geslagen en, voorzooverre daarbij
reclasseering noodig was, dit zou geschieden van parti
culiere zijde. In dezen gedachtengang zoude aldus
meende de meerderheid van het college het personeel
der stichting minder uitgebreid kunnen zijn en óf de Di
recteur kunnen worden gemist, <>f de beide beambten, die
op de geheele inrichting toezicht zouden moeten uitoefenen;
indien zulks noodig mocht blijken, zou toezicht kunnen
worden uitgeoefend door de politie.
De minderheid van het college daarentegen was van
meening, dat de geheele inrichting gebaseerd is op het be
ginsel van voortdurend centraal toezicht door eigen be
ambten. Door dit toezicht op te dragen aan de politie, zou
de inrichting haar gesloten karakter verliezen. Wel zal in
geval van ongeregeldheden politiehulp ingeroepen moeten
worden doch dit is geheel iets anders dan doorloopend
politietoezicht, dat hoogst ongewenscht zou zijn en prikke
lend zou werken. Toch is toezicht noodig. Nog minder dan
deze controleerende beambten kan uiteraard de Directeur
worden gemist: de leiding der inrichting dient te berusten
bjj een ontwikkeld persoon, ervaren in sociaal werk.
De Raad vereenigde zich met de zienswijze van de min
derheid van het College van Burgemeester en Wethouders,
welke zich geheel aansloot bij de eenstemmige meening van
het Bestuur.
19” VERSLAG VAN DE STICHTING CONTRÖLE-WONINGEN.