20 5 is daarom niet nauwkeurig en kan 10 a 20 afwijken van de werkelijkheid. Mede op grond van de gegevens, waarover de Gemeente lijke Woningbeurs beschikt, kan gezegd worden, dat er een tekort is aan woningen van f 6 f 7 per week, een be langrijk tekort aan woningen van f 5 a f 6 per week en een nijpend tekort aan woningen van minder dan f 5 per week. III. Verbetering van woningen, onbewoonbaar- verklaring, enz. Toepassing van 3 der Woningwet was om de redenen, genoemd in het vorig jaarverslag niet mogelijk. Onbewoonbaarverklaring had niet plaats. Krachtens artikel 8c der Woningnoodwet werden door Burgemeester en Wethouders 2 waarschuwingen gegeven tot het herstellen van onderhoudsgebreken aan 5 woningen; aan de waarschuwingen werd door de eigenaren gevolg gegeven. Krachtens de bepalingen der Bouw- en Woonverordening, voor zooveel gegrond op de Gemeentewet, werden door Burgemeester en Wethouders 30 aanschrijvingen uitgevaar digd. Aan 8 aanschrijvingen werd geen gevolg gegeven; de uitvoering der noodige werkzaamheden had van gemeente wege plaats met toepassing van artikel 180 der Gemeentewet. Aan 310 woningen, welke onbewoonbaar waren of spoedig zouden worden, werden door de eigenaren, naar aanwijzing van den dienst, belangrijke verbeteringen aan gebracht. Door de Gemeente werd vier maal een voorschot onder hypothecair verband verstrekt voor de uitvoering van met de eigenaren overeengekomen verbeteringen aan woning groepen, welke onbewoonbaar waren of spoedig zouden worden, tot een totaal bedrag van f 27.920. Aan de drie Huureommissies werd elke maand eene op gave verstrekt van de aangebrachte verbeteringen van eenig belang, onder vermelding van de globale kosten, opdat zij, zoo noodig, bij de vaststelling van huren rekening kunnen houden met de door de huiseigenaren gemaakte kosten. VEKSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 688