20
13
’s-Gravenhage, 21 Maart 1924.
De Directeur van het Gemeentelijk
Bouw- en Woningtoezicht,
G. A. MEIJER.
konden niet tot uitvoering komen, omdat de dienst niet be
schikt over een voor het doel geschikt gebouw.
De verdeeling van den dienst over drie gebouwen gaf
aanleiding tot ernstige bezwaren en is reden, dat niet minder
dan 5 bodes en 3 werkvrouwen noodig zijn.
Het personeel werd verminderd met een administratief
ambtenaar B en bestond op het einde van het verslagjaar
uit 64 personen, inbegrepen 5 bodes.
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.