III. Historisch Museum. 4 23 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. d. Verliezen en aanwinsten. Voor de verzameling van werk van Haagsehe zilversmeden werd een fraai stel Lod. XVI kandelaars van de hand van P. Timmerman door aan koop verworven; het was reeds geruimen tijd in bruikleen. Bovendien een zeer fraaie groote zilveren koffiekan, van den zilversmid Bastiaan Havelaar, jaarletter 1740. Voor de penningcollectie werd een belangrijke aanwinst verkregen op de veiling der collectie van Sypesteyn. Voor namelijk konden wij onze verzamelingen begrafenispennin gen van Haagsehe predikanten, welke reeds tamelijk com pleet is met ontbrekende stukken aanvullen: namelijk met penningen voor Joh. Colerus (1693), Wigbold Muilman (1746), Jacobus Chion (1749), Arent Ohion (1749) en Samuel de la Douespe (1751). Voorts een penning op Theod. Gras- winckel (1666), een op H. D. van Neck (1809), een curieus gegraveerde op H. J. Beekman (1829), tenslotte een op den priester A. v. d. Sluys (1820). Ook werd verworven een pen ning op P. de Schildere (1688) president van het hier zete lende Hof van Brabant en een op den architect S. Schijn voet (1697); hij was geboren in Den Haag. Ook eenige moderne penningen werden verkregen; het Haagsehe Comité voor de viering van het 25-jarig regee- ringsjubileum van Koningin Wilhelmina stond exempla ren af van de in verschillende grootte van zijnentwege uit gegeven penning door Dupuis en Ingenhousz gemodelleerd. Onze schilderijencollectie werd vermeerderd door enkele belangrijke bruikleenen. Tijdelijk was de expositie van een tweetal portretten door Ant. van Dijck van Frederik Hen drik en Amalia van Solms, die voor de Oranje Nassauten- toonstelling waren afgestaan door de Regeering van Det- b. Ameublement. Een tweetal raamvitrine’s met een nieuwe constructie voor den lichtinval van boven, werd aangeschaft. Zij voldoen goed. c. Toestand der Verzamelingen. De opstelling onderging geringe wijziging, in verband met de expositie der aan winsten op het gebied der islamisehe ceramiek. Groote last wordt ondervonden van het dreunen veroor zaakt door de tallooze zware automobielen; een voortdu rend verschuiven der geëxposeerde vitrine-voorwerpen is daarvan het gevolg. a. Gebouw. De höoge stöep, welke aan het verzakken was werd afgebroken en weder gesteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 714