8 VI. Tijdelük Museum voor Moderne Kunst (Zeestraat). Het verslag’ kan omtrent dit Museum kort zijn. Na de gToote veranderingen van het voorgaande jaar, was er geen aanleiding tot bijzondere werkzaamheden in 1923. Al leen werd met de directie van het Panorama-Mesdag een schikking getroffen, waardoor de verplichting een lokaal te wijden aan de nagedachtenis van de stichters van het Panorama, verviel. Het kleine achterkabinet kon nu ge heel aan de kunstuitingen van den laatsten tijd gewijd worden; de kamer vóór de groote zaal werd ingeruimd voor fijnkleurige werken in lichten toon. Voor speciale tentoon stellingen werd het gebouw niet ter beschikking gesteld. Het bezoek nam wel-is-waar iets af, maar daarentegen wordt de belangstelling voor het Museum grooter aange zien het aantal bezoekers, dat uitsluitend aan het Panorama aandacht schenkt, steeds geringer wordt. De invoering van entreegelden ook voor dit Museum (vroeger uitsluitend voor het Panorama) bracht de aanschaffing van een tour niquet met zich waardoor de controle vereenvoudigd kon worden. De, met behulp van de Vereeniging Rembrandt voor het Museum verworven werken, Matthjjs Maris’ portret 'van Artz en het zelfportret van Vincent van Gogh werden in gezonden op de tentoonstelling ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan dier vereeniging in September gehouden in het Rijksmuseum. Beide schilderijen kregen bij die ge legenheid nieuwe en beter passende lijsten van de, firma Heydenrijk, die ook zorgde voor de encadrementen om de nieuw verworven werken van Jan Sluyters en v. Konij nenburg. Hoewel de lijst der aanwinsten korter is dan het vorig jaar, zijn deze van zoodanige beteekenis, dat er veel reden is tot tevredenheid. Aangekocht werden: W. A. v. Konijnenburg, Portret van zijn zuster (uit 1889); Jan Sluyters, de Familie (van 1922, gekocht van den kunstenaar); Jan van Herwijnen, Colli- aure (idem). Ten geschenke ontvangen: G. H. Breitner, de roode ki mono (van de Vereeniging voor Moderne Kunst); v. Ooster- zee, Avond op Rügen (van vrienden van den schilder). In bruikleen ontvangen: Jozef Israëls, Als men oud wordt (dit hoofdwerk van den meester, voorheen in het Rijksmuseum, werd door de familie Hymans van Wade- noyen afgestaan voor geruimen tijd); J. Linse, Mozes (Van het Nederl. Kunstverbond); C. Huidekooper, de Schijn heiligen (van den schilder). 23 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 718