24
3
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.
f
werden geordend en wel op systematisch geheel dezelfde
wijze als de bibliotheek zelf. Dit geeft in het gebruik zeer
veel gemak en daarom is de bibliografie van Den Haag, die
thans grootendeels is bijgewerkt, ook op dezelfde wijze
ingedeeld. Hierdoor zijn historische onderzoekingen over
Den Haag zeer vergemakkelijkt.
De beide door de Vereeniging „Die Haghe” bezoldigde
dames vervolgden het klapperen van de notarieele proto
collen tusschen 1670 en 1680. Dit jaar werden ongeveer
8400 fiches geschreven, die reeds in globale ordening ten
gebruike der bezoekers gesteld konden worden. Ook werden
wederom vele fiches van den klapper op de protocollen
voor 1650 geordend, ingeplakt en gebonden.
Er kwamen 24 deelen gereed, zoodat thans 130 deelen
voor de gebruikers beschikbaar zijn. Het groote werk is
bijna voltooid en zal in den aanvang van 1924 geheel ten
einde kunnen gebracht worden. Daarmee zal de Vereeniging
„Die Haghe-” een volledigen klapper op alle namen in de
notarieele protocollen tot 1670 aan het archief ter beschikking
gesteld hebben.
in de archiefbewaarplaats berustende
bescheiden.
Dergelijke uitgave heeft, zoover mij bekend geworden, dit
jaar niet plaats gehad.
Wel zijn een aantal artikelen verschenen, waarvoor van
onze verzamelingen is gebruik gemaakt.
f. Uitgave van
g. Aanwinsten en verliezen.
De beide hoogst belangrijke aanwinsten, die reeds in het
vorig verslag als aanstaande konden vermeld worden, zijn
werkelijk ontvangen. Zoowel de Groote Kerkeraad der Evan
gelisch Luthersche Gemeente als het Bestuur van het
Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio gaven met Uw
goedkeuring hun archieven in bruikleen. Beide zijn van
aanzienlijk historisch belang en hier volkomen op hun plaats.
Een verdere zeer belangrijke aanwinst werd verkregen
door de mildheid van den Raad van Bestuur der Academie
van Beeldende Kunsten, die het eenige bekende deel met
notulen van de Confrérie Pictura, dat nog aan het archief
van dit gilde ontbrak, ten geschenke gaf, terwijl 17 deelen,
bevattende de notulen der Academie van 1780 tot heden,
die meerendeels reeds vroeger in bruikleen gegeven waren,
tevens in eigendom aan de gemeente werden afgestaan. De
laatste deelen sinds 1892 zijn daarna wederom aan de