24
5
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.
h.
Gebruik van de archieven en verzamelingen gemaakt
door en het verstrekken van inlichtingen aan
autoriteiten en particulieren.
Ook dit jaar werden door gemeentelijke diensten en ambte
naren weer vele verzoeken om inlichtingen gedaan, die
steeds zooveel mogelijk werden beantwoord.
Achttien rapporten werden door mij gesteld. De voornaamste
Sociëteit stelden een aantal couranten te onzer beschikking.
De belangrijkste aanwinsten voor de bibliotheek echter
bezorgde ons de mildheid van den Heer J. Bosboom N.zn.
In het bezit der correspondentie van zijn beroemden oom,
den kunstschilder J. Bosboom, gaf hij tot viermaal toe een
aantal schildersbrieven, samen meer dan 100 in getal en
schitterende aanvulling onzer verzameling, ten geschenke.
De eerste maal betrof het stukken en brieven over de op
richting van het grafmonument van W. J. J. NujTen, de
tweede maal waren het brieven over den verkoop en de
prijzen van schilderijen, de derde bezending bestond uit
brieven waar de onderwierpen van schilderijen in besproken
werden, terwijl brieven illustreerende de waardeering voor
Bosboom’s werk en de goede verstandhouding tusschen
Nederlandsche en Belgische schilders de laatste zending
vormden. De laatste dan in 1923, want ik heb reden om te
hopen, dat de Heer Bosboom ons nog wel eens meer zal
willen bedenken.
Als bruikleen van de Evangelisch Luthersche Gemeente
verkreeg de bibliotheek het album in 1869 aan Ds. K. N.
Meppen aangeboden bij zijn 40-jarig jubileum benevens een
album en een oorkonde aan Ds. J. A. Böhringer door zijn
leerlingen aangeboden onderscheidenlijk in 1889 en 1890.
De tjjdens de Jubileumfeesten hier ter stede gehouden
Tentoonstelling van Letterkunde deed bij mij de gedachte
opkomen of niet een deel van het tentoongestelde, en wel
speciaal het Haagsche, bljjvend voor onze verzamelingen
zou kunnen verworven worden. Het Bestuur der Tentoon
stelling bleek tot medewerking bereid, mits niet al te zeer
op uitsluitend Haagsch karakter werd gelet. Hiermee kon
ik mij vereenigen en aan alle exposanten werd verzocht het
tentoongestelde of een deel er van voor een te vormen
Museum van Letterkunde te willen afstaan. Velen gaven
hieraan gehoor en ik hoop in het volgend verslag te kunnen
vermelden, dat dit initiatief tot belangrijke aanwinst heeft
geleid.
Verliezen werden in dit verslagjaar niet geleden.