25 2 VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG. e. A. De verhuringen van het gebouw. c. de resultaten der exploitatie; d. het personeel; de maatregelen in het belang van den Schouwburg wensehelijk te achten. Tot medio Mei 1923 was de Schouwburg verhuurd aan diverse gezelschappen, waaronder hoofdzakelijk Nederland- sche tooneel gezelschappen, t.w. Ned. Tooneel, De Haghe- spelers, Het Hofstadtooneel, Het Schouwtooneel, Nationale Opera. Bovendien hadden een aantal Duitsche en Fransche tooneelvoorstellingen plaats. Den geheelen zomer werd de Schouwburg op vrij loo- nende voorwaarden verhuurd aan den Impresario Hugo Helm, die in het algemeen zeer goede voorstellingen van zeer verschillend soort bracht, waarvoor verwezen wordt naar den bijgevoegden staat van voorstellingen. Het ge middelde bezoek was echter van dien aard dat de exploita tie voor den ondernemer niet loonend is geworden. 15 September begon het nieuwe seizoen met de volgende verdeeling der avonden: Het vereenigd Rotterdamsch-Hofstadtooneel kreeg den Donderdagavond iedere week en de Zaterdagavonden, Zon dagmiddagen en Zondagavonden tweemaal in de drie weken, benevens een aantal Maandagavonden voor een abonnement. Het Schouwtooneel kreeg den Woensdagavond iedere week en de Zaterdagavonden, Zondagmiddagen en Zondag avonden éénmaal in de drie weken. Het Ned. Tooneel kreeg de Dinsdaga vonden en een aantal Vrijdagavonden. Het restant der Maandag- en Vrijdagavonden werd be stemd voor Volksvoorstellingen en Buitenlandsche gezel schappen. De voorstellingen van het Rotterdamseh-Hofstadtooneel werden in het algemeen zeer goed bezocht. Bij het Ned. Tooneel, hoewel in het algemeen nog goed bezocht, had in vergelijking met vorige jaren eene vrij sterke daling van het bezoekers-cijfer plaats. De buitenlandsche voorstellingen werden in het algemeen zeer druk bezocht Het totaal aantal voorstellingen in 1923 bedroeg 364. Hierondêr volgt een overzicht van de in 1923 plaats ge had hebbende voorstellingen:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 730