25 Jl 23 VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG. D. Het Personeel. De Commissie van Beheer over den Koninklijken Schouwburg. Van der Meulen, Voorzitter. Van Poelje, Secretaris In de eerste plaats bestaat de groote noodzakelijkheid van verbetering der zitplaatsen, reeds onder B besproken. Daarna bestaat de dringende behoefte aan stroomend water in de kleedkamers, terwijl de algeheele moderniseering van het tooneel en de tooneelinrichting ter hand genomen zal moeten worden, zoodra de middelen dit slechts eenigszins toelaten. E. Maatregelen in het belang van den Schouwburg wenscheljjk te achten. Het personeel bestond behalve den administrateur, uit: I. Voor den bureaudienst: 1 chef de bureau, 1 tweede klerk. II. Voor den tooneeldienst: 1 tooneelmeester, 1 hulp- tooneelmeester, 1 chef-electricien, 1 electricien, 1 hehanger- stoffeerder, 8 tooneelkuechts. Voorts uitsluitend in avonddienst: 1 kleedster en een of meer avondwerkers, naarmate de voorstelling eiseht. III. Voor den alge meenen dienst: 2 bureaulisten, 1 con cierge, 2 stokers centrale-verwarming, 1 achterportier (terreinbewaker), 5 werkvrouwen (op uurloon in dienst van den concierge). Per 1 Juni werden de stokers wegens reorganisatie op wachtgeld gesteld. Met ingang van het nieuwe stookseizoen werd 1 stoker aangesteld, welke wordt bijgestaan door een tooneelknecht. In verband hiermede worden geen terreinbewakingsdien- sten door tooneelkuechts meer verricht en wordt de ter reinbewaker bijgestaan door een hulp (wachtgelder der Gemeente). IV. Voor den zaaldienst: uitsluitend in avonddienst: 1 ehef-eontroleur (tevens concierge), 4 controleurs, 3 sup poosten, 5 ouvreuses, 1 voorportier.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 743