By lage 26 JAARVERSLAG der Gemeentelijke Bioscoop commissie. te 's-Gravenhage over het jaar 1923. In den loop van het jaar kwam in de samenstelling van de Commissie de volgende veranderingen. Het aantal bedroeg in den aan vang van het jaar 73. Negen leden bedankten, n.l.Mevr, van Voorthqusen—de Eerens, Mevr. E. TellegenBasqnin, Mevr. M. KrulSchütz, Mevr. E. KanSchalkwijk, Mejuffr. S. Groshans, en de heeren Dr. J. J. R. Moquette, H. Salomonson, F. N. V. Quant, en J. A. Roijer, en een lid de heer M. J. Appelman overleed op 2 Maart 1923, terwijl 16 nieuwe leden t.w. Mevr. A. M. M. ArntzeniusDoorman, Mevr. L. H. E. von Tschudi—Kleijn, Mevr. E. JoëlsJoëls, Mevr. D. M. Josephus JittaWertheim, Mevr. Jonkvr. Dr. B. Elias, en de heeren J. Mees, A. van Walchren, M. H. Halewjjn, S. L. Veenstra, E. van Biema, Dr. W. v. d. Slooten, G. H. C. Cramer, W. C. Thieme, Mr. H. Dooijeweerd, W. J. M. Linde en F. W. J. Groeneboom, in de Commissie door den heer Burgemeester werden benoemd. Het ledental bedroeg op het einde van het verslagjaar 79. Gaarne wordt een woord van dank gebracht aan de af getreden leden voor hunne, aan de Commissie bewezen diensten. In het bestuur kwam geen verandering. Bij afwezigheid van den Voorzitter, was het lid der Com missie, de heer L. J. Scheltema steeds bereid, zijn functie waar te nemen. De volledige ledenlijst zal wederom aan dit verslag wor den toegevoegd, benevens een afschrift van de rekening en verantwoording. In dit jaar lieten allen hier ter stede gevestigde Bios- coop-Directeuren hunne programma’s door de Gemeentelijke Bioscoop-Commissie keuren. Slechts heel zelden werd een programma niet aan de keuring onderworpen. Dit vond zijn oorzaak in het feit, dat de Bioscoop-Directie zelf heel goed begreep en voelde, dat zulk een programma niet geschikt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 744