In het geheel zjjn 682 keuringen verricht: 2046 maal werd een lid der Commissie opgeroepen om een keuring te verrichten, terwijl een even groot aantal plaatsvervangende leden werd ingedeeld. In het afgeloopen jaar w.erd geen gebruik gemaakt van het instituut van hooger beroep, of wel de keuring in pleno. In 28 gevallen werd herkeuring gevraagd, wanneer men zich niet met de besluiten van de Sub-Commissie kon ver- eenigen. In 25 gevallen geschiedde zulks op verzoek van de be trokken Bioscoop-Directeur, en in 3 gevallen werd dit ge vraagd door één der leden der Sub-Commissie, die zich niet kon vereenigen met de genomen beslissing van de meer derheid dier Commissie. Van de 28 herkeuringen besliste de herkeurings-commissie in 17 gevallen ten gunste van den in beroep gaanden Bios coop-Directeur of van het in appèl gaande lid, terwijl in de meeste gevallen belangrijke coupures door de herkeurings- commissie werden aangebracht in de films, die door de Sub-Commissie waren afgekeurd. In 11 gevallen besliste de herkeuringscommissie ten gunste van de Sub-Commissie. In de bepalingen der speelvergunning verleend aan de Bioscoop-exploitanten, kwam geen verandering. Ofschoon het aantal gekeurde films bijna geljjk is aan dat over 1922 gekeurd, doch het aantal keuringen verricht door de Sub-Commissiën ongeveer 40 meer bedraagt, zjjn de gemaakte onkosten slechts f 275.grooter. De raming der kosten voor 1923 is niet overschreden en geeft nog een batig saldo van f 135. Door alle onnoodige uitgaven te vermjjden, en zoo zuinig mogelijk het beheer te voeren, is het mogelijk geweest dit resultaat te bereiken. Het wegblijven zonder kennisgeving aan het secre tariaat der opgeroepen leden bedroeg 22, of 1% van het aantal opgeroepenen. Dit cjjfer, gegeven het groot aantal keuringen, is zeer bevredigend. Het percentage is over 1923 derhalve met l'/2 gedaald. Het Bestuur constateert dit met groote voldoening en meent, dat een woord van harteljjken dank aan de leden voor hunne werkzaamheden, belange- loozen arbeid en trouwe opkomst, in dit jaarverslag dan ook niet mag ontbreken. Het onvolledig invullen der goedkeuringsbiljetten, enz. kwam dit jaar niet voor. Toch blijft het Bestuur den leden onder den aandacht brengen, om aangebrachte coupures op de goedkeurings biljetten zoo duidelijk mogelijk te willen omschrjjven. 3 VERSLAG DER GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE. 2G

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 746