74 HOOFDSTUK VIL Met ingang van den datum, 1 Maart 1922, waarop de Dienstplichtwet is in werking getreden zijn de wetten betrekkelijk de Militie, de Landweer en den Landstorm komen te vervallen. Alle ingeschrevenen, die aan de loting hebben deel genomen worden aangewezen voor inlijving, hetzij als gewoon-, hetzij als buitengewoon dienstplichtige. De gewone dienstplichtigen zijn o.a. verplicht tot het vervullen van de eerste oefening. De buitengewone dienstplichtigen zijn behoudens enkele uitzonderin gen alleen verplicht tot het vervullen van dienst in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden. Dienstplicht, Vrijwillige dienst, Vereenigingen tot oefening in den wapenhandel, Inkwartiering en Paardenvordering. Het bestuur is samengesteld als volgt: Mr. N. Cramer, voorzitter; Mej. S. Groshans, ondervoorzitster; Mr. J. A. Büchner, penningmeester; Jkvr. E. des Tombe, secre taresse; Mr. O. B. W. de Kat en Dr. D. J. H. H. Monné. Dit jaar werden 775 klachten behandeld. Het Bestuur der Vereeniging het N ederlandsche Toe vluchtsoord voor noodlijdende dieren deelde het vol gende mede; De Vereeniging telde op 31 December 1923 311 leden en begunstigers. De inrichting is voor het publiek geopend alle werk dagen van 95 uur, zoo noodig ook des Zondags, terwijl ten allen tijde hulp kan worden verleend. In 1923 werden ingébracht 739 zwervende honden en 1249 zwervende katten, terwijl 456 dieren bij de Politie werden afgehaald. Het aantal verpleegdagen der nood lijdende dieren l>edroeg 18323. Aan dierenvrienden wer den afgestaan 523 dieren, terwijl door de eigenaren in het Asyl teruggevonden werden 136 dieren. Op verzoek van verschillende eigenaren werden 1593 honden en 3234 katten, op verzoek van de politie 203 dieren pijnloos gedood. L_

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 76