28
1305
455
945
831
7
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
De eerstbedoelde hebben uitsluitend betrekking op den
Centralen Post, verbonden aan het Centraal bureau van
den dienst, die voor den Postendienst daarnevens op de
Hoofdposten in de Gemeente- en andere ziekenhuizen en
op de Hulpposten, al dan niet tevens Zittinglokaal, geves
tigd in de Wijkgebouwen, die krachtens overeenkomst be
schikbaar zijn.
Uitrukkende dienst. Uitgerukt werd door de geneeskun
dige éénheid geneesheer, verpleger en ehauffeur-helper
overdag in duplo aanwezig: 3732 maal. Hiervan loos alarm
of, bij aankomst, de oorzaak opgeheven: 130 maal tegen
86 maal in het jaar te voren.
Aantal gevallen, waarbij hulp werd verleend dan wel de
dood geconstateerd. 3602 of 413 gevallen meer dan in 1922.
Verdeeld naar de uren van het etmaal deden zich voor:
893 gevallen in den voormiddag (6—12), 1445 in den namid
dag (126), 1038 in den avond (6—12), en 226 in den nacht
(12-6).
Naar geslacht en leeftijd der geholpen personen betrof
de hulpverleening 1721 maal mannen, 1330 maal vrouwen
en 551 maal kinderen onder de 12 jaar.
De drukste maand was Juli, de maand van de hittegolf,
met 410 gevallen, de kalmste Januari met 261 gevallen.
Het aantal gevallen, waarbij de getroffene zich buiten
de eigen woning op straat, in de werkplaats, enz. be
vond, bedroeg 2309, terwijl in de overige 1292 gevallen hulp
in de eigen woning werd verleend.
Het aantal ongevallen, door straatverkeer bedroeg 643 of
117 meer, dat door bedrijfsarbeid 323 of 65 meer dan in 1922.
Poging tot zelfmoord werd met zekerheid waargenomen
in 54 gevallen of 28 meer dan in 1922.
Van de 3602 geholpen personen verkeerden met zekerheid
122 onder den invloed van alcohol, d.i. 21 meer dan in 1922.
Van den aard der hulpverleening geeft eindelijk het vol
gende staatje een overzicht:
Ter plaatse al of niet in de eigen woning behan
deld zonder meer
Ter plaatse behandeld
woning
Ter plaatse voorloopig behandeld, overgebracht naar
den Centralen Post en aldaar verder behandeld c.q.
overgebracht naar de eigen woning
Ter plaatse voorloopig behandeld, overgebracht naar
een der Hoofdposten in de Ziekenhuizen of naar
het gesticht „Oud-Rosenburg”
Ten slotte bleek in 66 gevallen de getroffene bij aankomst
overleden te zijn.
en overgebracht naar de eigen