p 76 R 826 ingeschrevenen. 4 9 ingeschrevenen. 6 18 4 47 244 1 ingeschrevene Het getal ingeschrevenen waarnaar is berekend het aandeel, door de gemeente te dragen in het getal gewone dienstplichti gen voor de lichting 1924, bedroeg 1900 Na de vaststelling van het gemeentelijk aandeel zijn in 1923 de ingeschrevenen der lichting 1924 vrijgesteld: 18 ingeschrevenen 20 van wegens broederdienst, voor goed kostwinnerschap, tijdelijk het bekleeden van- of wegens op leiding tot een geestelijk of gods dienstig menschlievend ambt, tijdelijk persoonlijke onmisbaarheid, tijdelijk bijzonder geval Gedurende liet jaar 1923 zijn van de ingeschrevenen van vorige lichtingen vrijgesteld: wegens broederdienst het bekleeden van- of wegens op leiding tot een geestelijk of gods dienstig menschlievend ambt, voor goed idem, tijdelijk kostwinnerschap, voor goed tijdelijk persoonlijke onmisbaarheid, tijdelijk bijzonder geval In den loop van het jaar 1923 zjjn van de ingeschre venen van vorige lichtingen 6 gewone dienstplichtigen van den dienst uitgesloten. Behandeld werden 662 verzoeken om vrijstelling van den dienstplicht wegens kostwinnerschap. Het aandeel der gemeente in de lichting 1923 bedroeg 1105 man, waarvan zijn toegewezen: c. wegens het beklee den van- of wegens opleiding tot een geestelijk of gods dienstig menschlie vend ambt, tijdelijk 17 ingeschrevenen 99 99 99 J 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 78