22
Toezicht op den verpleegd uur.
Het toezicht op den duur der verpleging van lijders ge
heel of gedeeltelijk voor rekening der Gemeente heeft een
vereenvoudiging ondergaan. Beperkt tot de verpleegden
in de particuliere inrichtingen, waarmee door de Gemeente
overeenkomsten zijn gesloten, vindt een bespreking met de
ziekenhuisgeneesheeren niet meer plaats dan nadat en voor
zoover het verblijf ter plaatse drie maanden geduurd heeft;
ten ware na de aanvankelijke beslissing voor een contact
eerder aanleiding bestaat, b.v. waar de opname slechts
observatiesteliing ten doel heeft, in welk geval natuurlijk
de bezoekdatum naar den eisch wordt vervroegd. Hierdoor
wordt voorkomen, dat aan de voor het geven van inlich
tingen aangewezen personen alsook aan de administraties
der instellingen meer last wordt bezorgd dan praktisch
genomen noodig is.
28 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
de opname te wachten, totdat eerst omtrent de eventueele
vergoeding in de verpleegkosten zou zijn beslist.
Van de overige 3150 i.c. afdeelingsgewijze behandelde ge
vallen werden 456 afgewezen als komende niet voor zieken-
huisverpleging in aanmerking tegen 453 in 1922.
In 2694 gevallen werd dus tot opname geadviseerd of te
zamen met die, welke spoedshalve van uit den Centralen
Post werden goedgekeurd: 6829 gevallen tegen 6464 in 1922,
waarvan het advies overeenkomstig de aanvrage kon uit
vallen.
De opname was voor de gezamenlijke gevallen gemoti
veerd
528 maal op grond van het besmettelijk karakter der
aandoening;
4876 maal op grond van de omstandigheid, dat een bij
zondere behandeling of verpleging, c.q. observatie werd
noodig geoordeeld, die slechts in een inrichting kan worden
gegeven en
1425 maal op grond van slechte woontoestanden.
Verhoudings-cijfers, die wel duidelijk de beteekenis van
het vraagstuk van „woning en bewoning” doen uitkomen.
Voor Sanatorium verpleging zijn 288 aanvragen in be
handeling genomen tegen 198 in 1922.
Hierbij zijn ter bevordering van een goeden gang van
zaken ietwat meer formaliteiten te vervullen dan voor
ziekenhuisopname noodig is, hetgeen evenwel practisch
geen bezwaren oplevert, in zooverre het spoedkarakter
hierbij niet zoozeer op den voorgrond treedt. In 284 gevallen
kon conform de aanvrage worden beslist.