29
Kinderpolitie en Zedenpolitie.
Lijkver plaatsing.
Toepassing der Hinderwet.
In een tiental gevallen werden voor deze beide politie-
afdeelingen kinderen en minderjarige meisjes onderzocht,
waarvan drie malen, bij meisjes tusschen 10 en 13 jaar,
deskundige medewerking van de Alexander-avondpolikli-
niek noodig bleek, aangezien naar aantoonbaar bewijs
diende gezocht te worden van het feit, dat deze kinderen
door hunne pleegvaders of andere verzorgers sexueel waren
mishandeld.
Ook werd een aantal malen advies aan de kinderpolitie
gegeven inzake het hygiënisch milieu van kost-kinderen,
zulks na bezoeken ter plaatse.
De navolgende bemoeiingen mogen thans nog kortelings
worden vermeld.
Te dezer zake werd veertig maal advies uitgebracht,
waarbij herhaaldelijk bleek, dat de grafrust, soms wel van
drie anderen, moest worden gestoord, teneinde de betref
fende kist te kunnen opgraven.
Dit moge nu uit een sanitair oogpunt niet bepaald be
denkelijk zijn, maar in hygiënisch o.pzicht is het geenszins
aanbevelenswaard te achten, waarbij overwegingen van
piëteit nog blijven rusten.
Inzonderheid op een particuliere begraafplaats deed zich
de omstandigheid herhaaldelijk voor, waarbij de indruk
verkregen werd, dat het euvel van ongewenschte lijkver-
plaatsing door tijdige maatregelen wel ware te verminderen.
Slechts een zevental aanvragen kwamen hiervan om
advies in behandeling, waarvoor als verklaring vernomen
werd, dat voorlichting betreffende slagerijen voortaan niet
meer regelmatig aan den G.G.D. zouden worden gevraagd,
zulks in verband met een Kon. besluit ter zake, waardoor
het hygiënisch-sanitair advies van den G.G.D. wordt ver
vangen door dat van den Slachthuisdienst, die op de na
leving van bovengemeld besluit heeft toe te zien.
Alsnog werd den Directeur van het Bouw- en Woning
toezicht het dezerzijdseh gevoelen medegedeeld over zijn
plan, om de poelierderijen in de bebouwde kom te doen over
brengen naar een terrein op het Openbaar Slachthuis.
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 28