Bijlage 32
Commissie.
Algemeene beschouwingen.
Het gebied waarover de bemoeiingen van dezen dienst
zich uitstrekken is dit jaar, afgezien van de normale uit
breiding der gemeente zelve, belangrijk vergroot door
de annexatie der gemeente Loosduinen. Dit feit geeft als
vanzelf aanleiding tot het maken van eene vergelijking
tusschen den toestand in 1906, het jaar waarin de tegen-
VERSLAG betreffende den toestand en de werking
van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmet-
tingsdienst van ’s-Gravenhage over het jaar 1923.
De samenstelling van de Commissie van Bijstand onder
ging in den loop van het jaar de navolgende wijzigingen.
De heer Wethouder M. Vrijenhoek werd op 17 Juli voor
zitter der Commissie in de plaats van den heer A. C. A. van
Vuuren. Hij werd op 5 October vervangen door den heer
Wethouder F. N. V. Quant.
Verder werden op 16 Juli de leden der Commissie, de
Raadsleden de heer Dr. W. W. v. d. Meulen en mevrouw
J. J. van EijkelNobel vervangen door de Raadsleden dc
heeren P. J. van Beijeren en R. P. M. Peters.
De Commissie bestaat derhalve op 31 December uit den
heer Wethouder F. N. V. Quant als voorzitter en de heeren
J. J. van Langen, C. Vrolijk Jzn., P. J. van Beijeren en
R. P. M. Peters als leden, terwijl als secretaris werkzaam
bleef de heer Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris ter
Gemeente-Secretarie.