32
9
WERKLIEDEN.
II. Werklieden.
a. Mutaties.
De vaste bezetting van den Reinigingsdienst bestaat op
31 December 1923 uit 616 werklieden tegen 623 in 1922. Aan
gezien tengevolge van de annexatie van Loosduinen de
vaste bezetting met 6 man vermeerderde is derhalve de
bezetting voor de stad met 13 man ingekrompen. Deze in
krimping is zoowel het gevolg van het in gebruik nemen
van den railreinigingswagen, waardoor het schoonmaken
der tramrails in handenarbeid is vervangen, als van de
vermindering van het aantal paarden, waardoor het aantal
stalknechts geleidelijk van 18 op 12 man is kunnen worden
teruggebracht.
Ie klasse; 1 adm. ambtenaar A tot boekhouder A; 3 tweede
klerken tot adm. ambtenaar A, terwijl aan 1 technisch
ambtenaar le klasse en 1 adm. ambtenaar A een extra
periodieke weddeverhooging is toegekend.
Op 31 December 1922 waren in vasten dienst 457 werk
lieden.
Dit aantal verminderde door overlijden met 2, door eer
vol ontslag met toekenning van pensioen wegens blijvende
lichamelijke ongeschiktheid met 13, door eervol ontslag
wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd
met 6 en door reorganisatie van het dienstvak met toeken
ning van pensioen met 4 man en vermeerderde door vaste
aanstelling van 3 bankwerkers, 2 smeden, 3 machine-
drijvers, 14 ketelstokers, 2 magazijnknechts en 14 werk
lieden en door plaatsing bij dezen dienst wegens annexatie
der gemeente Loosduinen van 4 voerlieden met 42 (0) werk
lieden, zoodat op 31 December 1923 in vasten dienst zijn
474 (457) werklieden.
Verder zijn op dien datum in tijdelijken dienst 171 (206)
werklieden en werken op individueel contract 4 (0) werk
lieden.
Op 31 December 1923 zijn derhalve in het geheel aan het
bedrijf verbonden 649 (663) werklieden.