32 Het totaal bedrag der in eerste instantie opgelegde boeten is f 61,55 (f 25,08), dat der schadevergoedingen f 28,85 (f 4, Het aantal opgelegde uren strafdienst bedroeg 19^2 (26)6), het aantal uren waarover loon is ingehouden 18)4 (26)4). Behoudens bij tekortkomingen van ernstigen aard wordt als regel met toepassing van art. 50 van het Werklieden reglement een voorwaardelijke straf opgelegd; dit ge schiedde met 51 (63) werklieden in 64 (71) gevallen. In 19 (16) gevallen vervielen de werklieden in herhaling binnen den gestelden termijn. In 100 (89) gevallen van telaatkomen voor de eerste maal is volstaan met het geven van een mondelinge berisping. Beroep op het Scheidsgerecht is in 1923 eenmaal (1) in gesteld. De in dit geval opgelegde straf (niet eervol ont slag) werd door het Scheidsgerecht veranderd in een schadevergoeding van f 16, V oerwezen. a. Paarden. Op 31 December 1922 bedroeg het aantal paarden 139. Van deze stierf 1 paard en zijn verkocht wegens ongeschikt heid 13 paarden; aangekocht werden 4 paarden. Bijge komen van Loosduinen in verband met de annexatie 2, zoo- dat de bezetting op het eind van het jaar bedraagt 131 (139) paarden. Bovendien zijn van 14 April tot 30 Juni afwisselend van 2 tot 6 paarden in huur genomen ten behoeve van het cokes- vervoer voor de Gasfabrieken, omdat de auto’s, welke tot dusver voor dat vervoer waren aangewend, in den sproei- dienst benoodigd waren. Gemiddeld waren over het geheele jaar 133 paarden in dienst tegen 146 in 1922. De verkoop van ongeschikte paarden vond ook dit jaar voornamelijk na aankomst van nieuw auto-materieel plaats. Eén paard is van 15 Juni t/m 20 September afgestaan aan het Gemeentelijk Volkszeebad. De geneeskundige behandeling der paarden bleef opge dragen aan den Rijksveearts, den heer H. van Aken. In den loop van het jaar waren afwisselend 90 (90) paar- 13 VOEEWEZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 880