37 Badhuis van de Vereeniging voor Volkshuisvesting „Nutswoningen”. Dit badhuis, gebouwd met overheidssteun door genoemde vereeniging werd den 29sten September 1923 voor gebruik opengesteld en ter exploitatie aan onze Vereeniging over gedragen. Voor die exploitatie, welke geschiedt ten bate en laste van de Vereeniging voor Volkshuisvesting „Nutswonin gen”, is door ons met haar een overeenkomst gesloten. Het badhuis is gelegen in een der blokken woningen door meergenoemde vereeniging gesticht, op een klein pleintje aan de Mijtenstraat. Het bevat 10 cellen voor stortbaden en 2 voor kuipbaden, eene wachtkamer en droogzolder zijn aanwezig; de woning van den badmeester is boven het bad huis. De indeeling en afwerking van het gebouw voldoen aan hooge eischen van doelmatigheid en sierlijkheid. De verhitting van het badwater geschiedt met gas; de stortbaden worden in twee groepen van vijf voorzien uit twee boilers aan twee gasgeysers gekoppeld, voor de twee kuip baden is een geyser voorhanden. De eigenlijke badruimte en de droogzolder worden verwarmd door warm water buizen, in de wachtkamer en het vertrekje van den badmeester zijn kleine gaskachels opgesteld. Eerst na eenigen tijd zal blijken of deze toepassing van gas, welke hier om bijzondere redenen noodig was, ook in eenig opzicht aanleiding tot opmerkingen geeft; thans kan daar over niets gezegd worden. op 8947 was ongeveer negenmaal vrouwen baden van 6596 op 6210. Vergelijkt men deze verschillen met die aan dc andere badhuizen, dan komt aan het licht dat op het gebruik der badinrichtingen nog verschillende onbekende of minder be kende invloeden inwerken, tegen welke juist door hunne onnaspeurbaarheid thans geene maatregelen zijn te nemen. Voor de schoolbaden wordt verwezen naar het daarover gezegde bij de bespreking van het badhuis aan de Hemster- huisstraat. De Exploitatierekening vertoont een nadeelig saldo van f 9707.62, tegen een van 8302.93‘/2 in 1922. Het groote verschil wordt veroorzaakt ten deele door mindere ontvang sten tengevolge van geringer bezoek en verder door een sterke stijging in de post salarissen, als gevolg van de langdurige ziekte van den badmeester gevolgd, door diens overlijden, waardoor de reservebadmeester langen tijd moest worden in dienst gesteld. zoo groot als die der VERSLAG VEREENIGING VOLKSRAD.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 936