37 737 158 62 57 124 105 15 10 1268 Tezamen 8 VERSLAG VEREENIGING VOLK.SBAD. Het is uit den aard der zaak niet mogelijk over dit korte tijdsverloop en aan het begin der exploitatie, in beschouwingen te treden over de geldelyke uitkomsten daarvan. In dit badhuis werden in 1923 verstrekt (dusin drie maanden): 1268 baden, een getal dat nog zeer klein kan genoemd worden. Toch is er geen reden om reeds nu aan de bestaans mogelijkheid van deze badinrichting te twijfelen. Een badhuis moet zich gaandeweg inburgeren, geregelde bezoekers kwee- ken meerderen toeloop. In de maanden October, November en December was het aantal baden onderscheidenlijk 340, 363 en 547, er is dus eene bepaalde stijging vast te stellen. Enkele minder gunstige omstandigheden zullen zich van zelf wijzigen. Zoodra b.v. het blok woningen, nu in aan bouw aan de overzijde van de Mijtenstraat, voltooid is, wordt die straat en daarmede de toegang tot het badhuis beter begaanbaar e. d. g. De gegeven baden waren verdeeld als volgt: Stortbaden enkel mannen vrouwen abonnement mannen vrouwen Kuipbaden enkel mannen vrouwen abonnement mannen vrouwen Personeel. Ook in 1923 verrichtte het personeel zijn werk tot tevreden heid van het Bestuur. Aan de twee portiers van de badinrichting aan de Hemsterhuisstraat werd op verzoek eervol ontslag verleend, hetzelfde geschiedde met de daar werkzame helpster bij de schoolkinderbaden, die in het huwelijk trad. In de opengevallen plaatsen werd dadelijk voorzien. Onze Vereeniging leed een gevoelig verlies, door het op 24 October 1923 overlijden van den badmeester van het badhuis aan de Duinstraat, D. F. de Munnik, die, herstellende van een langdurige, ernstige ongesteldheid, nog vrij plotseling stierf. Hij was sedert 10 Juni 1918 bij onze Vereeniging werkzaam, eerst als badmeester van het badhuis aan den Z. W. Buitensingel en van af 1 April 1920 in gelijke betrekking aan dat aan de Duinstraat. Met de Munnik ontviel aan de Vereeniging een zeer degelijke beambte, wiens zeer hoog-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1923 | | pagina 937